Monet, “Londres, Le Parlement”, 1904 |
Als jij ooit bang bent,
Toon ik mij onverschrokken,Als jij me soms te snel gaat,
Verzet ik al mijn klokken.
Als jij verdrietig bent,
Sluit ik je in mijn armen,
Als jij ietwat gezondigd hebt,
Dan toon ik mijn erbarmen.
Als jij wil vliegen,
Dan vlieg ik met je mee,
Door de dalen, over bergen,
Over land en over zee.
Maar als jij wil blijven,
Op de bank, de kachel aan,
Dan is me dat nog liever,
Dan zal ik nooit meer verder gaan.
Dan zet ik me zachtjes naast je,
Dan sluit ik al mijn boeken,
Dan kijk ik nog enkel soms stil uit het raam,
Maar zal ik niet verder meer zoeken.