Anne Ancher, “Zonlicht in de blauwe kamer”, 1891 |
Harari schrijft in zijn overigens boeiend geschreven “Sapiens” dat de agrarische revolutie “de grootste zwendel uit de geschiedenis” was. Hij heeft het dan over de ontwikkeling van de mens als jager-verzamelaar naar een landbouwsamenleving met vaste nederzettingen. Harari redeneert dat het leven van de mens er door deze ontwikkeling niet beter op is geworden. De mens moest meer gaan werken, voedde zich eenzijdiger met grotere kans op ziektes en hongersnood bij misoogsten en bovendien zou het leven en er minder gevarieerd en dus minder interessant door zijn geworden. “De agrarische revolutie was een valkuil en we zijn er met open ogen ingetuind”.
Harari is historicus, net als de biografen van Stalin en Lenin, over wie ik gisteren nog schreef. Historici zijn geen psychologen. Ik wel. Ik zie iets wat Harari niet ziet en wel het simpele feit dat mensen op een gegeven moment het voortdurende rondtrekken gewoonweg moe waren. Dat willen we nu - enkelingen uitgezonderd - toch ook niet meer? Ik moet er niet aan denken. We willen gewoon blijven wonen waar we wonen en zoeken thuis ons geluk. Ik stel me voor dat bij het groeien van de menselijke populatie vermenging optrad. Door de ontwikkeling van de taal - een bepalende ontwikkeling die Harari zwaar onderbelicht laat - ontstond een vorm van zelfreflectie en werden sociale structuren hechter. Mensen werden verliefd, sloten vriendschappen buiten de eigen groep, groepen werden groter, trekken werd lastiger, met ouderen, kinderen, zieken: op een gegeven moment wilden we gewoon niet meer weg van waar we eenmaal prima zaten. Voortdurend verhuizen en rondtrekken over de wereld leidt ongetwijfeld ook nu nog tot een gevarieerder en interessanter leven, maar toch zullen de meeste mensen er niet voor kiezen. Ik ben in elk geval blij dat die agrarische revolutie er is gekomen.
Dat is hoe ik het interpreteer. Ik heb geen bewijzen, maar wel een aantal psychologische inzichten. Daar heb ik voor gestudeerd. Psychologische inzichten zijn echter moeilijk te bewijzen en krijgen daarom weinig aandacht. Iedreen kan ze van tafel vegen. In mijn studententijd las ik “Beyond Freedom and Dignity” van B.F. Skinner en meende dat ik daarmee diepgaande levensinzichten verwierf. Om vervolgens te constateren dat niemand het boek had gelezen, laat staan er interesse in had. Buiten een enkeling die er vakmatig mee bezig is worden de grote psychologieboeken uit het verleden nauwelijks nog gelezen. Zeker niet door historici. Daarmee gaat veel verloren. De mensheid zal nooit tot inzicht komen. Verdient ook niet beter. Laat ik die conclusie dan maar toevoegen aan het boek van Harari.