Labels

maandag 24 december 2018

Gottfried Helnwein, “Epifanie”


 “Epifanie I: Aanbidding der wijzen”, 1998

Het hyperrealisme in de kunst is vooral een Amerikaanse aangelegenheid. Toch staat de Oostenrijker Gottfried Helnwein (1948) dichter bij mij beleving dan Jeff Koons of Denis Peterson. Zijn schilderijen, niet te onderscheiden van scherpe foto’s, tonen vaak extreem leiden, maar tegelijkertijd grote distantie. In al hun realisme blijven het verre droombeelden. Ze fascineren me buitengewoon.

Helnweins vroege werk staat vaak in het teken van het nazisme en de holocaust, zoals in zijn Epifanie-serie uit 1998. In het bovenstaande “Aanbidding der wijzen” zien we SS-officieren die een moeder met Hitlerkind bewonderen om hun arische volmaaktheid, zoals de wijzen eens Jezus en Maria. In “Aanbidding der herders” zijn het de meer goedmoedige soldaten die zich in de heiland verheugen. Het beneden getoonde “Presentatie in de tempel” toont een jong meisje op een dokterstafel, als object voor onderzoek. Erachter staat een groep mismaakte doch statige doktoren, ongevoelig voor haar lijden, waar wellicht niemand zich ook voor hun eigen lijden heeft bekommerd.

 
“Epifanie II: Aanbidding der herders”, 210 x 310 cm, 1998

 In een interview verklaarde Helnwein: “Op een gegeven moment heb ik vastgesteld dat geweld, wreedaardigheid, sadisme en onderdrukking een vast bestanddeel zijn van de menselijke geschiedenis en om een of andere reden heeft dat thema mij nooit meer losgelaten. Ik raakte erdoor bezeten en wilde er steeds meer over weten, vooral over de oorzaken. De meeste mensen hebben gezonden verdringingsmechanismen om normaal verder leven mogelijk te maken, maar mij ontbreekt dat mechanisme. De enige weg die mij openstaat is eroverte schilderen”.

Helnwein is een soort van onderzoekende Freud. Zijn werken raken aan ons onderbewuste, maar geven geen verklaringen. Het nazisme en de Holocaust vallen niet te verklaren. Je kunt je er alleen over verbazen, soms met afschuw, soms zowaar met nieuwsgierigheid. Wat je ook van zijn werk vind, het kan je niet onverschillig laten. Het intrigeert, zet je aan het denken, over jezelf, over anderen, en uiteindelijk is het enige wat je ervan begrijpt dat de mensheid gedreven wordt door irrationele krachten, onbewust, van binnenuit, vanuit het Es, de impulsen van een pasgeborene. Wie slachtoffer wordt of dader wordt enkel bepaald door het toeval. De grens tussen goed en kwaad loopt dwars door onze harten. Afhankelijk van de omstandigheden schuift het naar links of naar rechts.


“Epifanie III: presentatie in de tempel” ( Darstellung im Tempel”), 83 x 122 cm, 1998