Labels

Posts tonen met het label Verhaal. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Verhaal. Alle posts tonen

vrijdag 15 augustus 2025

Zwart-wit

 
Félix Valotton, “De witte en de zwarte”, 1913

Soms ga ik slecht denken.

Vandaag gebeurd.

Ik kom met de trein van het werk terug en zoek mijn fiets in de stalling. Een stukje verderop zie ik twee buitenlandse mannen, asielzoekers schat ik snel in, speuren tussen de fietsen, asielzoekers, soms trekken ze er eentje ietsje uit, ze kijken naar de sloten.  Als ik langskom hebben ze er een, duidelijk op slot, helemaal uitgetrokken. Als ik langs ze af fiets kijk ik er een indringend aan en die begint meteen met agressieve blik in een onbegrijpelijke blik tegen me te schreeuwen. Als ik er al iets van had willen zeggen verging me dat snel, ik trapte zelf nog wat harder door vanuit een gevoel van: dadelijk komen ze me nog achterna. Ik ben geen held.

Ik ben ook geen rechtse stemmer.

Maar soms, als het vanuit mijn reptielenbrein in mijn denkbrein begint door te sijpelen, ga ik wel slecht denken. Daar kan ik even niks aan doen. Hopelijk herpak ik me wel weer.

donderdag 24 juli 2025

Memento George

 
Voor George, omdat hij dood is nu. En ik nog niet. Een kopie van mijn blog over de Earring van bijna zes jaar geleden. Toen hij nog niet ziek was. Memento mori. Zo snel kan het gaan.

Golden Earring, Pinkpop, 1977

Een verre herinnering.

Een popfestival in je tienerjaren is een belevenis. Mijn eerste festival was in 1977, Pinkpop, toen nog in Geleen. Met zeventien jaar keek ik mijn ogen uit. Naar de joints rokende verouderde hippies, naar de sexy geklede vrouwen, naar de acts op het podium. Een nog volop levende Tom Petty, Nils Lofgren op de trampoline, Father of day, father of night van Manfred Man. Alles was nieuw, betoverde en beloofde een prachtig leven.

Meeste indruk maakte echter onze eigen Golden Earring. Ik kende ze lang vanaf de lagere schooltijd en had de singletjes Back Home en She flies on strange wings (kant a en b). Inmiddels was ik geen groot fan meer, maar het optreden op Pink Pop gaf me kippenvel. Ik weet nog precies waar ik stond. Ik werd betoverd door Mad love’s coming, met een sublieme Eelco Gelling op gitaar, naast George natuurlijk. Nog altijd het beste Earring-nummer voor mij.

Ik kocht het dubbelalbum “Live” en raakte opnieuw in de ban. De geweldige uitvoering van To the hilt draaide ik keer op keer, ooit tien keer achter elkaar, tot mijn moeder kwam vragen of er nu eens geen andere plaat op kon. Gelling en Kooymans speelden als Hunter en Wagner op de Live elpee van Lou Reed, een van mijn inmiddels nieuwe helden. Mad love’s coming en To the hilt staan nog steeds in mijn afspeellijst. En dat wil wat zeggen. Tussen de allergrootsten. De helden van mijn jeugd.

woensdag 23 juli 2025

Anita en Ivo

 


Op NPO keek ik naar een documentaire over Anita Ekberg. Het meisje in de Trevifontein. Ivo Niehe liet haar in de jaren negentig vertellen over de film die haar onsterfelijk maakte. Voor de zoveelste keer, maar voor Ivo Niehe maakte dat niet uit. “Verlet nog een keer”. En ze vertelde er met trots over, zo trots als ze was op zichzelf.

Op EBay vind ik een uitgave het het Amerikaanse blad Movieland uit 1955. Anita staat zowel op de cover als op de echterzijde. Ze vragen er nog 70 euro voor, maar dat ga ik er niet aan geven. Ik bewaar haar wel op mijn blog. Dan schaar ik haar toch een beetje bij mijn verzameling schoonheden, zoals Ivo dat deed met beroemdheden.

Misschien lijk ik wel meer op Ivo dan ik vroeger wilde weten. Een makkelijk blog vandaag, niet zoveel diepgang, maar evengoed eentje om trots op te zijn. Why not!



dinsdag 22 juli 2025

Ozzy bezoedeld

 
Black Sabbath, 1971

Ik wil er geen herdenkingsblog van maken, maar ze blijven omvallen. Nu Ozzy Osborne. Al kon dat zo onderhand worden verwacht.

Eind 1970 verscheen het album Paranoid van Black Sabbath. Het titelnummer kwam op nummer 1. Voor mijn elfde verjaardag kreeg ik de LP. Het volume ging omhoog. Mijn moeder had natuurlijk meteen spijt van het kado. Ze wist niet wat ze hoorde. Terwijl ik me bewust werd van mijn alternatieve muzieksmaak. Dat mag ik toch wel zeggen. Mijn moeder was nog niet van me af.

Eigenlijk had Ozzy misschien beter zo ergens eind jaren zeventig kunnen overlijden. Toen hij uit Black Sabbath werd gezet. De herinnering aan zijn persoon is later toch in alle opzichten een beetje bezoedeld. Tot een schrikbeeld van hoe het fout kan lopen met iemands leven. En dat maakt me misschien nog wel meer verdrietig dan het bericht van zijn heengaan, vandaag. 

Maar wie ben ik om daar iets van te vinden. Paranoid is nog steeds een geweldig album. Net als de foto hierboven, die al die latere foto’s van Ozzy doet vergeten.


maandag 21 juli 2025

De dodo van Bert


Carl Holsøe, “Interieur met de vrouw van de kunstenaar “, 1890-1900

Zo geheel onverwacht stuit ik op een naam uit een ver verleden. Bert Jans, die ken ik, vanuit begin jaren negentig, toen ik bij De Grote Beek in Eindhoven werkte. Bert, van het poëzieproject. Tientallen jaren was je weg uit mijn hoofd maar ineens ben je er weer. Zo werkt ons geheugen, soms tot ons verdriet maar in dit geval tot vreugde. Op de website van Trouw lees ik een kort verhaaltje van jouw hand:

De dodo van het Aamsveen

Mijn vader kwam, ergens in de jaren vijftig, terug van zijn zondagse wandeling en vertelde dat hij in het Aamsveen bij Enschede een dodo had gezien. Hij meende dat dit toch een zeer opwekkende gebeurtenis was. En dus keer ik eens in de zoveel jaar terug naar mijn geliefde Twente om de dodo te spotten. En warempel, verleden week heb ik hem gezien. Een zeer opbeurende gebeurtenis.

Ik probeer dan ook mijn jongste zoon, die wat zwaar op de hand is, tot vreugde te verleiden. Maar hij reageert vol ergernis. Dat de dodo al lang uitgestorven is, en dat het zinloos is om daar blij om te zijn. Maar ik zeg je, gelijk mijn vader, ik heb de dodo van het Aamsveen gezien en dat stemt me vrolijk. Ondanks de ergernis van mijn jongste zoon. En vooral om de toenemende ellende op aarde.

Bert Jans Eindhoven

Dank je wel Bert Jans. Jou wil ik geloven. Als jij de dodo hebt gezien dan bestaat-i dus nog. Gelukkig. Je verhaaltje stemt mij vrolijk deze ochtend, vooral om de toenemende ellende op aarde.mooi verhaal.  Alleen zal ik het aan  mijn zonen maar niet laten lezen. Die moeten de wereld nog verbeteren.


donderdag 10 juli 2025

Woodstock

 


Het was 1970, de tijd van Woodstock, wordt wel eens gezegd. Maar daar kwamen wij niet. Wij kwamen zelfs niet in Amsterdam. Wij bleven thuis en keken naar Willem Duis, Voor de vuist weg, met een vis in een kom. Ik was een jaar of tien. In het weekend mocht ik al wat later opblijven.

Ik herinner Melanie, die met de Edwin Hawkin Singers optrad bij Willem Duis. Lay Down, een nummer dat ze schreef na haar optreden op Woodstock. En dat ik onder de indruk was. Mooi lief meisje, mooi liedje. Maar ik vond geen weerklank bij mijn ouders. Popmuziek was voor de nozems.

Bij toeval loop ik op Youtube tegen de opname aan en ik ben weer 75 jaar terug in de tijd, als at ik een madeleine. Met verbazing kijk ik naar het publiek. Of eigenlijk vol herkenning. Mijn ouders hadden er ook kunnen zitten. Maar ik was niet zo. Ik voelde de geest van Woodstock en die voel ik eigenlijk nog steeds als ik naar de opname kijk. Een gevoel dat ik nooit meer kwijt ben geraakt.

zondag 6 juli 2025

Opveren

 


Het zijn onze emoties die herinneringen maken.

De Tour is weer begonnen. Dat doet iets met me. Voor de zoveelste keer in mijn leven veer ik op. Van de Poel wint de etappe en pakt meteen het geel. Ik veer op als ooit mijn vader. De dag kan niet meer stuk.

Zo’n beetje zestig jaar kijk ik al naar de Tour. Vanaf 1965, beginnende met Gimondi, heb ik lang alle Tourwinnaars kunnen opnoemen, alleen de laatste vijfentwintig jaar is dat wat moeilijker. Tot aan het schrappen van Armstrong, wat mijn vader niet meer mee heeft gekregen.

Ik keek als jochie samen met mijn vader, op de BRT. We waren voor Jan Janssen. Poulidor kende ik ook. Helden in zwart-wit, op onze eerste televisie. Daar was de televisie voor. De helden fietsten de huiskamer in. Ook bij mijn vriendjes. De wereld ging vooruit.

De fietsen zijn nog steeds niet echt veranderd. De Tour is niet veranderd. Fietsen is fietsen, in kleur of zwart-wit. Alleen mijn vader is er niet meer, al vijfentwintig jaar niet meer. Maar ik kijk nog steeds televisie, nog steeds kijk ik de Tour. 

En je kunt nu zo’n beetje de hele dag kijken, al je de tijd hebt. Ook dat is anders. Straks heb ik pensioen en zou ik de hele dag kunnen kijken. Ik zou ook de hele dag tennissen kunnen kijken, of biljarten. Ik weet niet of ik daar blij van wordt.

Ik had een cliënte waarvan de man met pensioen ging. Eerder hing ze de vlag uit als hij ging werken; dan zei haar niemand meer dat ze moest eten. En toen ging hij met pensioen. Hij hoefde niks meer. ‘Even kijken wat erop is’, zei hij dan. ‘Oh, er is veldrijden op’, hele middag veldrijden kijken.

Toch maar een boek schrijven vrees is. Of een beetje blijven werken. Bij leven en welzijn, klop ik af. Alsjeblief niet de hele dag Tour de France. Hoe groot een wielerfans ik ook ben. En ik ben niet mijn vader. Gelukkig ook maar.





zaterdag 5 juli 2025

Stoere Dany

 


En nu Dany Lademacher. Ik had ook andere helden.

Ik zag Dany met Herman Brood, wat eind jaren zeventig geweest moet zijn. In elk geval de begintijd van de Wild Romance, want ze kwamen nog in ons dorpshuis. Van net over de Belgische grens kwamen de jongens van het punkbandje De Brassers met een busje aangereden, liepen naar achter het podium en vroegen: “mogen wij in jullie voorprogramma”. Herman en Dany hadden ermee moeten lachen. Maar het mocht niet.

Dany hoorde bij de stoere jongens. In die tijd zag je nog op tegen de stoere jongens. Tegenwoordig zie ik ze in de spreekkamer. Veel hebben last van een soort statusverlies, proberen dat de compenseren met hun motor en tattoos, maar voelen dat in het leven van alledag niet meer zo werkt. Dany heeft het later ook niet makkelijk gehad, al heeft hij in de muziekwereld altijd wel een zeker status behouden. Maar niet persé de status van de stoere jongen. Eind jaren tachtig dook hij op als lid van The Radios, een bandje rond de Belgische presentator Bart Peters, met enigszins zoete muziek. Ik begreep niet goed wat hij daartussen deed. Maar misschien heeft het hem wel behoed voor een einde alla Herman.

Ik luister naar The Radios en kijk naar Dany. En naar die lieve zanger Robert Mosuse, die al vijfentwintig jaar eerder met een tumor het leven moest verlaten. Teardrops is een heel mooi liedje. Misschien wel beter als alles van de Wild Romance samen. Misschien heeft Dany wel een vergelijkbaar veranderingsproces ondergaan als ikzelf. Zonder dat we echt alles hebben verloochend.

woensdag 2 juli 2025

IJzeren Rinus

 


Begin jaren zeventig voetbalden we op het pleintje, op de lagere school hadden we voetbalveldjes. In 1972 wonnen we het regionale schoolvoetbaltournooi, op penalty’s in de finale

Iedereen was altijd iemand als we voetbalden. Ik was meestal Ruud Krol. De meesten wilden Cruijff zijn, of Van Hanegem, Neeskens. Maar ik kan me niet herinneren dat er ooit iemand Rinus Israël wilde zijn. Misschien kwam het door zijn geblokte voorkomen, misschien door de bril, misschien wel omdat hij gewoon verdediger was. Maar ik was wel Ruud Krol.

Toch kun je ook niet zeggen dat Rinus geen uitstraling had. Samen met Laseroms in het blok van de verdediging, later Rijsbergen, daar stond wel wat. IJzeren Rinus zeiden ze. En hij was geeneens Rotterdammer. 

En hij was bang voor de dood, lees ik in de krant.

Ik vind een foto samen met Van Hanegem, Rinus met nummer 3, vanop de rug, de armen in onschuld uit elkaar: Cruijffie neergeschoffeld. Hij was de gemeenste van allemaal, volgens Van Hanegem, ‘alleen liet hij het nooit merken’.

Rinus Israël heeft ons deze week verlaten. Niet mijn grootste held, maar toch voel ik sympathie. Een lijntje naar mijn jeugd. Alweer een naam die we kunnen doorstrepen.


woensdag 11 juni 2025

Eigen tijdsbeeld

 
1962, Brian tweede van rechts

Begin jaren tachtig ging ik in de zomer met een vriend, in een oude BMW, met enige regelmaat windsurfen, wat toen vrij nieuw was. We huurden een plank, op de auto, en daat gingen we, naar de grindbanen. Onderweg zette ik steevast een cassettebandje van de Beach Boys op, met jaren zestig surfmuziek. Dat gaf een goed gevoel. Het was zomer. We leefden.

Zelf had ik twee LP’s van de Beach Boys: Sunflower en Surf’s up. Tears in de Morning weerspiegelde een ander gevoel uit die tijd. Van eerder nog zelfs. Het was een soort van guilty pleasure avant la lettre, want eigenlijk gold de muziek van de Beach Boys als wat twijfelachtig. Maar de gevoelens van mijn tijdsbeelden laten zich niet verloochenen.

Brian Wilson is dood. Vandaag overleden, zijn broertjes Carl en Dennis achterna. Brian kampte met zware depressies. Doorheen alle harmonie is het bijna voelbaar. Alles gaat samen, denk ik dan maar. En alles gaat voorbij. Dat vooral.


zaterdag 10 mei 2025

Stoere tijd

 
Michel Platini, Johnny Rep, Dominique Rocheteau, ca. 1979


Toen ik 16 werd kreeg ik een brommer. Mijn vrienden reden ook brommer. De school was 12 kilometer verderop dus een brommer was heel fijn. Een brommer was ook stoer. We wilden stoer zijn in die tijd. Lijken in elk geval. En een brommer hielp daarbij.

Johnny Rep was een stoere voetballer. Op hem wilde ik wel lijken in die tijd. Mijn latere vrouw vond Johnny altijd de leukste voetballer, dus dat klopt ook wel. De foto brengt me terug naar mijn stoere tijd. Hoewel ik later merkte dat ik dat niet was. Ik doe nu geen moeite meer.






maandag 5 mei 2025

Tomaten voor chocola

 
Andrii Kateryniuk, Oekraïne, 2025

Bevrijdingsdag. Anekdote.

Mijn moeder woonde pal op de gens bij de bevrijding. Engelse of Canadese soldaten reden in een soort van parade ons land in en ze snelde met haar oudere zusje naar de straat. Hun vader had tomaten geplukt en die mochten ze aan de soldaten geven, om er dan chocola voor terug te krijgen.

“Ik weet nog dat ik heel boos was op ons Koos omdat die geen tomaten gaf aan soldaten op een motor. Dan trok ze snel haar hand terug. Soldaten op een motor gaven geen chocola. Dat deden alleen die te voet gingen of achterin een Jeep zaten”.

Kleine dingen maken soms meer indruk dan de terugkeer naar de vrede, waar ze als meisje van 8-9 waarschijnlijk niet zoveel gemerkt heeft. Het leven ging door. Nog een jaar of tien en er is niemand meer die zich nog iets herinnert. Maar Bevrijdingsdag mag blijven.

vrijdag 18 april 2025

Trappen




Na ons trouwen gingen we naar Parijs en logeerden in een hotel in Montmartre. Nog nooit waren we in Parijs geweest. Alles bleek anders. We begonnen gewoon te wandelen. We wisten niet de weg, maar kwamen vanzelf uit bij de trappen. De trappen van Montmartre bezegelen een goed huwelijk. Het kon niet meer mis. Niet voor ons.

We hebben altijd een zwak gehad voor Parijs. Mijn liefde voor de schilderkunst wortelt in het Parijs van rond 1900. Iedereen die daar toen geleefd heeft is nu dood, maar dat maakt niet uit. De mensen op de foto, die wisten hoe het was. Wij weten nog hoe het was nu bijna veertig jaar geleden. Tot er straks ook niemand meer is die dat nog weet. Maar ook dat maakt niet uit.

Dan niet meer…



 

zaterdag 29 maart 2025

Vederlichte herinneringen

 
Met Epi 

Er zijn nieuwe beelden van Cruijff opgedoken, in kleur. Unieke beelden van toch een unieke figuur, die mijn jonge jeugd mee kleurde. Vederlicht vliegt hij door mij geheugen. Als een nostalgisch gedicht langs mijn verleden. Cruijf is poëzie. Veel in het leven is poezië in potentie, als we het maar willen zien.

Toen Johan nog Cruijffie heette. Met namen als Nuninga, Muller.

De Europacup-finale tegen AC Milan, toen ik niet op mocht blijven.

De finale van het WK, waarin hij de beste was, van het toernooi, van de wereld. Behalve in de finale, waarin we hem na de bekende rush in de eerste minuut niet meer gezien hebben. Wat een kleine relatiecrisis niet vermag.

Schoonheid is een breed begrip. Cruijff is kunst, als Maradona, zoals Messi. Alles wat licht is heeft schoonheid.


Met Aad


Met Willem


dinsdag 18 maart 2025

Verre herinnering

 
Dit zou’em moeten zijn

In 1965 was ik nog een kleuter. We gingen naar het circus. In het dorp, achter het politiebureau kam circus Boltini. Mijn moeder en haar zussen praatten giechelend over Rob de Nijs en Johnny Lion, want die zoud n optreden in het circus. Mijn moeder nog niet eens dertig. Zestig jaar geleden.

Later zou mijn moeder zich vooral herinneren hoe duur het was, maar ze kon niet achterblijven, blijkbaar. Piet en Bets waren er ook, met de kinderen. Een de broer van mijn vader, en mijn neefjes.

Ik herinner me alleen nog de clowns, die in een oude brandweerauto de piste opreden. De open wagen lag vol met koffers, een clown gooide ze aan de ene kant eruit en via andere clowns kwamen de koffers en via de andere kant weet in. Dat is wat ik nog herinner.

‘Rob de Nijs is dood’, zei ik tegen mijn moeder. ‘Help me eens’, zei ze, ‘wie was dat ook alweer’. ‘Oh’ vervolgt ze, ‘een voetballer toch?’ ‘Nee mam, een zanger.’

zondag 16 maart 2025

Tachtig

 


Herman van Veen is tachtig en mocht bij Ivo Niehe. Veertig-vijftig jaar geleden, toen ik nog journalistieke ambities had, was Ivo Niehe ook al op televisie. Zijn manier van interviewen irriteerde me. Zonder kritische vragen, geen vraag ook waar hij eigenlijk niet zelf het antwoord al niet op wist. Vertel nog eens… Wat oude opnames erbij en klaar. Zo zag ik dat.

Maar tegenwoordig ben ik wat milder. Het is ook een manier, kan ik nu denken. En als Herman het zich wil laten welgevallen… Herman vond het blijkbaar oké en - eerlijk is eerlijk - ik eigenlijk ook wel. Want Herman was een stukje van mijn jeugd. “Susanne” zong hij mooier dan Cohen. Wat iets wil zeggen, uit mijn mond.

Soms moet je Ivo gewoon zelf een beetje aanvullen. In een interview van vijf jaar geleden vertelt Herman: 'Soms lopen dingen anders dan gedacht. Ik zou onderwijzer worden.' Maar het liep anders. Herman denkt dat als hij inderdaad leraar zou zijn geworden, hij en zijn eerste vrouw nog steeds getrouwd zouden zijn. 'Maar ik werd een reiziger. Daar had zij niet op gerekend, ik ook niet. Je raakt raakvlakken kwijt. (...) Dat laatste gebeurde ook in mijn tweede huwelijk. Onze paden liepen uiteen.'

Ik mijmer wat na op een mooie zondagochtend. Reflecterend op mijn leven. Ik ben nooit een reiziger geweest. Ik ben een thuisblijver. Een mooi zonnetje glinster laag in  het water bij mijn achtertuin en zie dat de meesjes alweer huisjes beginnen te zoeken. Herman zingt droevig door mijn achtergrond, wat minder hard dan vroeger want mijn vrouw zit hier ook. Wat het fijner maakt. Het is goed zo!


maandag 10 maart 2025

Blondine


Wilhelm Hempfing, “Zittende blondine”, ca. 1940

Wilhelm Hempfing (1886-1948) was een Duits kunstschilder die de goedkeuring van de nationaal-socialisten kon wegdragen. Hij was lid van de Reichskammer der bildenden Künste’ en nam tussen 1937 en 1944 deel aan zeker 28 exposities, waaronder alle edities van de ‘Großen Deutschen Kunstausstellung’ in het ‘Haus der Deutschen Kunst’ te München. Veel Duits-romantische landschappen en portretten, vaak ook naakten, van gezonde blonde Duitse ‘Mädeln'. Diverse nazi-prominenten, waaronder Goebbels, kochten zijn werk.

Er kleeft een mooi verhaal aan het hier getoonde ‘Zittende blondine’ van Hempfing. Het werd in 1941 door Julius Staub voor 1500 Reichsmark verworven voor zijn meester Adolf Hitler. Hitler refereert er ook aan in zijn door Henry Picker opgetekende tafelgesprekken. Het portret laat een onmiskenbare gelijkenis zien met Eva Braun, welke noch Staub, noch Hitler kan zijn ontgaan. Hoe we er ook naar kijken, het is gewoon een mooi portret, met een bijzonder verhaal. Ook dat is belangrijk. Het portret circuleert nog steeds in het particuliere circuit. Laatstelijk werd het geveild voor 4200 euro. Het had, gekoppeld aan het Hitler-verhaal, in geen enkel museum misstaan. Maar musea zijn daar schijnbaar nog steeds niet aan toe.

Dan maar in mijn eigen museumpje.



zondag 2 maart 2025

Punk herinnering

 

David Johansen is dood. Ik zag hem in 1984 op Rock Werchter. We gingen er met de bus naartoe, vooral ook omdat Lou Reed kwam. En omdat we voor het eerst in jaren niet naar Pinkpop waren geweest. Ik herinner me de hooikoorts, vanwege het gemaaide gras. Ik herinner me dat ik in mijn eentje even naar Johansen ben gaan kijken. Zonder dat het veel sporen nagelaten heeft.

Johansen heeft met zijn New York Dolls vooral zijn sporen nagelaten in de Punk scene, waar in uiteindelijk nooit middenin heb gezeten. Dat soort dingen hangen ook samen met je vrienden van het moment, die in 84 al niet meegingen om Johansen van nabij te zien.

In een naburig dorp had je een punk-band, de Brassers, en een naast de kerk gelegen punk-café die De Kwiet heette. Daar was een kleine punk-scene. Toen Hermans Brood in het dorpshuis kwam kwamen de Brassers in een busje aanrijden en vroegen of ze in het voorprogramma mochten. Café De Kwiet in de raam een kijkdag opengelaten om de kerkgangers te shockeren. Soms kwamen wij er ook. Een vriend van me lachte een keer hard en toen stond er een in zwart gekleed punkmeisje op en gaf hem een pets in zijn gezicht. “Er valt niks te lachen”, zei ze. Dat was niet onze stijl.

Maar dit alles heeft niks met David Johansen te maken. Van hem weet ik ook niet zo veel. Na zijn Hothothot-hitje was het wel helemaal klaar. Maar hij stond altijd goed op de foto. Zo zag ik me vroeger ook zelf wel, daarom ging ik misschien in 84 wel even kijken. Goed dat ik niet zo ben geworden.


zondag 9 februari 2025

Wimke’s klein memoriam

 
Tegen Volendam, 12 augustus 1967. Wim zit rechts-beneden. Ik herken nog Schmidt
Hansen, Peter Kemper, Pim Doesburg, Willy van der Kuijlen, Daan Schrijvers
(de enige met wie Wim later nog contact bleef houden). Allemaal zijn ze dood intussen.

Wim van den Dungen is dood. Toen ik als jongetje begon te voetballen was hij de trots van het dorp: Wimke voetbalde bij PSV! Wimke zeiden ze toen, want groot is hij nooit geweest. Na zijn profcarrière heb ik zelf nog even met hem gevoetbald. En getennist. Toen was je met veertig al ontzettend oud als sporter. Maar Wim was nog altijd beter dan de rest.

Soms ging hij in de jaren tachtig nog naar PSV kijken. Hij mocht voor niks binnen, zonder een ereplaats te krijgen. Alleen een enkele suppoost herkende hem nog, zei hij, en die stak dan zijn vinger op: “Hé Wimke”. Voor Wim was dat genoeg.

Wim die vond dat Cruijff Van Beveren en Van der Kuilen op een nare manier geflikt had. Sommige mensen vinden dat offers nodig zijn. Niet altijd de aardigste mensen. Wim was niet zo.

Maar toch, het voetbalveld kon hij soms anders zijn. Dominanter. Bepalend. Stopper-spil stond hij, zo noemde wij dat toen. Hij rookte als een ketter, ook in de rust, wat mij met mijn cara stoorde. Maar je zei niks, niet tegen Wim. Ook in de kantine walmde het mistig van de rook. Niet alles verandert ten slechte. Tenminste voor mij. Voor Wim weet ik het niet. Zijn laatste jaren waren niet zijn beste.

Ik vertelde het mijn moeder die met Wim gewerkt heeft en hem goed kende. “Och wat jammer”, zei ze, “Ik heb pas nog aan hem zitten denken: die zou ik nog wel een keer tegen willen komen, Wim was altijd zo aardig, hij leek altijd blij je te zien”. Wim was een bescheiden jongen. Maar ook die gaan dood. Net als de mensen die vinden dat er geofferd moet worden. Net als iedereen. Hij scoorde ooit tegen Real Madrid, in Bernabeu. Kleine jongetjes dromen ervan. Voor God en de wereld maakt het allemaal niet uit…




Uit het interview “Een stuiver tussen de guldens” in 1-0, 1971

maandag 13 januari 2025

Olga gravin Von Hohenfelsen

 

Olga Paley (1865-1929), later gravin Von Hohenfelsen, werd geboren en groeide op in Sint-Petersburg. In 1884 huwde ze een Duits-Baltische grootgrondbezitter, maar in de jaren 1890 kreeg ze een verhouding met grootvorst Paul, jongste zoon van de in 1882 vermoordde tsaar Alexander II, die eveneens getrouwd was. In 1897 legen ze een buitenechtelijke zoon, hetgeen tot een groot schandaal leidde. Tsaar Nicolaas II vond dat hij een voorbeeld moest stellen en verbande Paul uit Rusland. Olga en Paul vestigde zich uiteindelijk in Parijs, waar ze nog twee dochters kregen. Ze kochten er een luxueus huis, waar Olga voortuderend soirees organiseerde, waar ‘tout Paris’ aanwezig was. Ze was typerend voor de buitenissig luxueuze en geaffecteerde levensstijl van de Beau Monde tijdens de Belle Époque, een periode die herleeft in de werken van Marcel Proust, mij zo lief, en daarom ook een beetje in mijn gedachten.

Helen Rappaport beschrijft Olga in haar boek “De Romanovs na de val” op basis van haar dagboeken, die nu in de archieven in Moskou liggen. Die dagboeken lijken op een eindeloze catalogus van zelfverwerkelijking, van haar kleding, en haar kapper, meerdere keren per week, aan parfum van Roger & Gallet en Houbigant, aan schoonheidsproducten van Guirlain, ze kende de beste winkels in de Rue de la Paix al voordat ze Paul ontmoette, uit de tijd dat ze haar eerste man Erich von Pistohlkors vergezelde op diens buitenlandse reizen, ze kwam regelmatig bij Paquin, wiens japonnen 5000-6000 franc kosten, en was een trouwe klant bij Charles Worth, een paar deuren bij Cartier. Omdat Olga te bang was dat ze te dik werd voor haar prachtige, dure japonnen, at ze niet mee aan tafel, maar nam ze tussendoor zelf kleinere hapjes.het was de moeite waard voor de triomf die ze beleefde tijdens het Hongaarse gekostumeerd bal van Madame Yturbe, waar ze een en al luxe uitstraalde; een jurk van Worth, afgezet met rijen van parels, een tiara van Cartier met peervormige diamanten, een imposante bontmuts is huzarenstijl met een corsage van diamanten en parels van Cartier, en een bijpassende bontmantel. Olga’s kapels voor de gelegenheid kostte 9950 franc (ongeveer 700 dollar) bij kapper Savary. De fotograaf Boissonas & Taponier maakte bovenstaande foto van haar die overal circuleerde en was een baken van mode in de Belle Époque op haar hoogtepunt. Die foto mag in mijn blog niet ontbreken. Ik heb gezocht naar de sieraden die ze op de foto draagt, maar niet gevonden. Wel twee andere van haar Cartier-corsages, die in 2009 bij Sotheby’s werden geveild voor zo’n twee ton per stuk. Als ik het had kunnen betalen had ik er wel eentje willen hebben.