Labels

Posts tonen met het label Schilderij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Schilderij. Alle posts tonen

zaterdag 30 augustus 2025

Adagio


Georges Van Zevenberghen, “Adagio”, 150 x 120 cm, 1930, olieverf op doek, privé collectie

De Belgische kunstschilder Georges Antonie Van Zevenberghen (1877-1968) heeft al een lemma op Wikipedia. Daar hoef ik niet veel over te schrijven. Over zijn persoon valt ook weinig te vermelden. Verwante tijdgenoten als Rik Wouters zijn hem in de historie voorbijgestreefd. Ik til hem er toch even uit vanwege zijn schilderij “Adagio” uit 1930. Daar kan ik lang naar kijken en van binnen een verandering voelen, verstilling, een zoetig verdriet. Heimwee welhaast. Dat is wat kunst vermag, wat kunst hoort te doen. Troost voor de kwetsbare kanten. Een zalvende confrontatie met de verborgen pijn, waarvan je zelfs niet meer weet waar de oorzaak ligt. Kunst als therapie. Nodig om te overleven.

Ook andere werken van Van Zevenberghen tonen die verstilling. Bijgevoegd bij wijze van bonus. Alsof “Adagio” hem niet genoeg bevestigd.














zondag 24 augustus 2025

Familiedrama

 
Ilja Repin, “Ivan Pochitonov”,  1882
Ilja Repin, “Ivan Pochitonov”,  1889


Ivan Pochitonov (1850-1923) was een Russisch kunstschilder, lid van van kunstenaarsbeweging de Perednizjviki (de Zwervers). De grote Ilja Repin schilderde meermaals zijn portret.

In 1882 leerde Ivan in Bulgarije de Zweeds-Finse studente medicijnen en feministe Mathilde Wulffert kennen, met wie hij al snel trouwde en naar Parijs trok, later Italië. In 1892 zouden ze alweer scheiden, nadat Ivan een relatie had gekregen met haar jongere zus Eugenia (Ninie). Zijn twee dochters mocht hij van Mathilde niet meer zien. 

Familiedrama ten top.


              
          Ninie Wulffert, 1913, door Ivan
Mathilda Wulffert door Ivan Kramskoj

Kort na de scheiding vestigde Ivan zich met Ninie in België, eerst in de buurt van Luik, later in de Panne en uiteindelijk te Brussel. Onderwijl bleef hij op en neer pendelen naar Rusland. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in St. Petersburg. De schilderijen die hij in België maakte mogen worden uitgelicht, behoren tot het beste wat rond 1900 in die contreien is gemaakt, hoe vergeten zijn werk momenteel ook lijkt.

Hoe prachtig Repin hem ook portretteerde.

Maar gelukkig heb ik mijn blog nog.


Zonnige dag aan het strand van De Panne, 1895


“De kunstenaar aan het strand”, De Panne, 1895


“De kunstenaar aan het strand”, ca. 1895


“Straatje in De Panne”, 1895


Klein huisje aan een ven, nabij Luik

zondag 10 augustus 2025

Churchill en de vergetelheid


William Worcester Churchill, “Jonge Brieflezende vrouw”,
olieverf op linnen, 140x63,5 cm, zj, privé collectie 

William Worcester Churchill (1858-1926) was een Amerikaans kunstschilder. Hij studeerde aan de Boston Museum School en vervolmaakte zijn studies, als zoveel Amerikaanse schilders, eind jaren 1870 in Parijs onder Léon Bonnat. Terug in de Verenigde Staten, Boston, volgde hij studies onder Edmund Tarbell, die hij in Parijs had leren kennen, en maakte hij vooral naam als portretschilder. Ook maakte genrewerken, naakten en landschappen. Hij had diverse grote exposities over het hele land en werd onderscheiden tijdens de World’s Columbian Exposition in Chicago in 1893, de Pan-American Exposition in Buffalo in 1901 en de Panama-Pacific Exposition in San Francisco in 1915. Tegenwoordig haalt hij Wikipedia niet eens. Bovenstaand bijna levensgroot portret van een lezende vrouw werd in 2012 voor 14.500 dollar verkocht. Terwijl het zich best zou kunnen meten met een portret van bijvoorbeeld William Merrit Chase. Sargent en Klimt durf ik bijna niet te noemen. Ik zie de invloed van Tarbell. In zijn naakten herken ik Bonnat. Soms weet je niet waarom de een boven komt drijven en de ander niet. Aan mij de eer om hem toch nog maar eens uit te lichten. Niks mis mee toch?








maandag 28 juli 2025

Niet van Frans

 
Frans van Holder? “Zittend meisje peinzend voor het raam”, z.j., 70x51 cm, particulier bezit

Soms eindig je ergens anders. 

Laat ik beginnen met Frans.

Frans van Holder (1881-1919) was een Belgisch kunstschilder, geboren te Brussel. Hij werd opgeleid aan de Académie de Saint-Gilles, en in het atelier van Alfred Cluysenaar, waar hij onder invloed kwam van het impressionisme. Zeker in het begin van zijn carrière schilderde hij vooral portretten, later ook genrewerken, soms landschappen. Van Holder was lid van het kunstenaarsgemeenschap Pour l’Art, reisde naar Spanje (1905) en Italië (1906). Het einde van zijn leven bracht hij door in Zwitserland waar hier stierf aan tuberculose, slechts 38 jaar oud.

Frans van Holder lijkt een beetje vergeten. Wikipedia heeft niet eens een lemma over hem. Uit musea is hij verdwenen. Zijn werken doen lage prijzen. Toch stuitte ik op een schilderij dat alleen al een betere vermelding waard leek. “Zittend meisje voor het raam”. Dat wil zeggen: ik meende dat het van Van Holder was. Op tientallen plekken op het internet staat het gepresenteerd met zijn naam. Op de veilingsites Arcadia en Artnet staat echter vermeld dat het een werk is van Gonzalo Bilbao Martinez. Met 10 april 2010 als laatste verkoopdatum. Dat lijkt me te concreet om te wantrouwen. Maar misschien moet je wel het hele internet wantrouwen. Iedereen kopieert er maar op los. Ook ik dus, bijna! Wie weet straks nog wat waarheid is?

Als troost voor Frans, omdat hij toch echt wel een kunstenaar van niveau was, hieronder toch ook nog maar een werk dat van zijn hand lijkt (ik wordt een beetje voorzichtig).


Frans van Holder, “Melancholie”, 1907

donderdag 24 juli 2025

Kijken met distantie

 
Christopher Wilhelm Eckersberg (1783-1853), “Gezicht op Lyngby”, 50,5x56,2 cm, ca. 1810, Statens Museum for Kunst, Kopenhagen  


Wat tilt een landschap van Eckersberg uit boven willekeurig welk ander landschap uit de negentiende eeuw? Het is de distantie. De manier waarop de schilder van een afstandje naar zijn ‘habitat’ kijkt, vlak voordat hij - net vader geworden in een ongelukkig huwelijk- naar Parijs vertrekt, later Rome. Ik zie hem zitten verholen aan de rand van het bos, kijkend naar Lyngby, naar de vrouwen en het kind. Het zijn de Nietzscheaanse deugden van inzicht, mededogen, eenzaamheid. Trots wellicht. Er is meer. Eckersberg kijkt anders dan zijn stad- en dorpsgenoten. Hij moet weg hier, hoeveel liefde hij ook voelt. En dat voel ik nog steeds, tweehonderdjarig later. In die herkenning zit zijn meesterschap. Voor wie een beetje met me mee kan voelen.

zaterdag 19 juli 2025

Toscaanse ontsnapping



Odoardo Borrani, “Le primizie” (Het eerste fruit), 1868, olieverf op linnen, 110x130 cm, 1866-1868, privé collectie  

Omdat er nog zoveel ontzettend mooie schilderijen zijn, nog maar eentje uit de school van de ‘Macchiaioli’: “Le primizie” (Het eerste fruit), door de Italiaanse kunstschilder Odoardo Borrani (1833-1905), geschilderd in 1866-1868, olieverf op linnen, 74x41,5 cm, zich thans bevindend in privé collectie. 

Odoardo Borrani werkte net als Silvester Lega in de jaren 1860 vaak in Piagentina, een buitengebied van Florence, om te ontsnappen aan de snelle veranderingen die daar tot hun beider ongenoegen plaatsvonden. Ook “La primizie” past in serie daar ontstane werken die ik zou kunnen typeren als ‘ontsnappingsschilderijen’: een vlucht uit de werkelijkheid, de zucht naar een ideale wereld. Als het lezen van een boek.

Op het terras van een kleine villa, verscholen in het Toscaanse platteland, legt een jonge vrouw van gegoede komaf, denkelijk de dochter van een landeigenaar, haar boek even terzijde, als een jonge boerin haar een mand perziken komt aanbieden: het eerste fruit. Ze lijkt nog niet helemaal los van het gelezene en staart nog wat afwezig naar het geschenk, alsof ze iets van ontgoocheling heeft meegenomen uit haar boek. Een feodaal tafereel, uit een tijd toen dat nog niet als verkeerd werd gezien: het verschil in sociale status is zo duidelijk als het vanzelfsprekend is, tot in de kleurstelling toe.

Op een een borstwering, van waarover uitzicht is over een kalm glooiend landschap, staan drie terracotta potten met anjers en geraniums. De pure picturale verfijning waarmee de draperieën zijn uitgevoerd, de weerspiegeling van het licht op het fluweel van de perziken, de strook van de hoofdsteun en de vacht van de hond zijn typerend voor de schilders van de ‘Macchiaioli’. Ze experimenteerden nadrukkelijk met lastige picturale oplossingen, zoals de relatie tussen structuur en kleur, bijvoorbeeld in het wit van de vrouwenjurk en de vacht van de hond: "je moest het doek tegelijkertijd vorm en kleur geven", zei Borrani daarover.

“La primizie” is opgebouwd volgens een strak ontwerp en een doordachte analyse, waarbij het thema van het hedendaagse leven wordt vermengd met voor de ‘Macchiaioli’ belangrijke waarden uit het verleden. Diverse details verwijzen naar het Toscane van de vijftiende eeuw, zoals de vazen op de muur die herinneren aan het werk van schilders als Filippo Lippi of Benozzo Gozzoli. Het werken met tegenlicht doet weer denken aan Piero della Francesca. Net als Lega leunde Borrani ondanks alle vernieuwingsdrift van de ‘Macchiaioli’ onmiskenbaar ook op de late renaissance.

Maar eigenlijk hoeven we dit allemaal niet te weten. Net als bij Lega zie ik direct de pure schoonheid. Voel ik troost, zelfgezocht, andermaal.

donderdag 17 juli 2025

Serene perfectie

 


“Il canto della Stornello” (“Een Stornello lied”) is een schilderij van de Italiaanse kunstschilder Silvestro Lega uit 1867, 158x98 cm, olieverf op linnen. Het bevindt zich in de Galerie voor Moderne Kunst van het Palazzo Pitti.

Lega beeldt met veel genegenheid drie jonge vrouwen af die op een zomermiddag met elkaar musiceren. De jongedame achter de piano is, naar wordt aangenomen, Virginia Batelli, de verloofde van Lega die in 1870 overleed aan TBC. De beide zingende meisjes zijn haar vriendinnen Maria (voor) en Isolina Cecchini. Virginia was de dochter van de Florentijnse uitgever en mecenas Spirito Batelli, bij wie Lega als geliefde van zijn dochter regelmatig verbleef. Plaats van handeling is de muziekkamer van Batelli’s landhuis te Piagentina, een plattelandsgebied net buiten de Florentijnse stadsmuren. Een groot raam biedt uitzicht op een wijds Toscaans landschap met akkers en de glooiende heuvels in de verte, als een schilderij in het schilderij. Het totaalperspectief is niettemin strikt monofocaal en convergeert op één punt, namelijk de riemgesp van de centrale figuur, hetgeen evenwicht en harmonie betoont aan de voorstelling.

Het schilderij doet denken aan de werken van Toscaanse meesters van de vroege Renaissance. In de verhalende eenvoud van het tafereel zit iets plechtigs en monumentaals, als een modern altaarstuk. Deze indruk wordt versterkt door het grote formaat, maar vooral ook door de formele perfectie en de aandacht voor detail, geaccentueerd door de ongelijkmatige verdeling van het binnenvallende licht, dat als het ware blijft hangen op verschillende details: de kostuums, de ambachtelijke meubels, het weelderige gordijn met bloemenmotief en het geometrisch getekende tapijt, alles komt optimaal tot zijn recht, in volle helderheid. Zelfs de noten op de partituur zijn te ontcijferen: eerder werd er een ‘ciaccona’ in herkend, een Toscaanse volksmelodie. Recentelijk echter is vastgesteld dat het een lied betreft van Luigi Gordigiani, een componist die bekend stond als 'de Italiaanse Schubert', vooral beroemd om zijn zogenaamde ‘Stornelli’ (liederen). Het schilderij ontleent er tegenwoordig haar naam aan.

Dat “Il canto dello Stornello” werd geschilderd nabij Florence was geen toeval. In de tweede helft van de negentiende eeuw gold Florence als een toevluchtsoord voor de ‘Macchiaioli’, een groep aan het impressionisme verwante realistische kunstschilders die het Toscaanse landschap en de beschaafde intieme huiselijke wereld van de hogere middenklasse tot voornaamste thema’s namen. Ze waren teleurgesteld in de eenwording van Italië onder de Savoyse monarchie en zetten zich af tegen de opkomende industrialisatie. Lega was één van hen. De details op de ambachtelijke details in kleding en ornamenten kunnen worden gezien als een verwijzing naar het handwerk van renaissancewerkplaatsen, een traditie die door de Lega hardnekkig werd verdedigd. 

Het schilderij straalt de kalme melancholie uit van een perfecte wereld, doordrenkt van de teleurstelling die Lega en zijn companen voelden in de de veranderingen om hen heen. Het schilderij straalt een bijna metafysische sereniteit uit die elke hoek van het tafereel doordringt, en die ook in deze dagen van verandering en nog steeds voelbaar is. In elk geval in mijn eigen teleurstellingen.

Poëtische lyriek.
Schoonheid biedt troost. Elke keer weer.

zaterdag 12 juli 2025

August von Brandis


“Zomerdag”, geschilderd in het rococo tuinhuis van Hermann Poensgen te Kaldenkirchen

De Duitse impressionistische kunstschilder August von Brandis (1862-1947) stond op mijn lijstje van aan te maken artikelen op Wikipedia NL, ook omdat hij in 1912-1913 een tijdje in Nederland werkte (Edam). Bij toeval zie ik dat het lemma intussen al geschreven is. Door een Duitser, die de Nederlandse taal niet bijster machtig is. Zonder afbeeldingen ook, wat een gemis is. Dat had ik beter gekunnen.

Op Wikipedia wordt Von Brandis geplaatst in een rijtje met Liebermann, Corinth en Slevogt, van wie ik schilderijen heb beschreven. Dat niveau haalt hij denk ik niet, maar een aantal van zijn interieurs, waarin hij vaak vrouwen afbeeldde “im Rückenansicht”, raken mij wel degelijk in de kern van mijn bestaan. Alsof ik een reïncarnatie ben van iemand uit de periode van rond 1900. Of meer waarschijnlijk zal het komen door mijn voorkeur van boeken uit die tijd. En schilderijen natuurlijk. Uiteindelijk creëren we allemaal onze eigen cirkeltjes.

Op het internet zie ik dat schilderijen van Von Brandis vaak niet meer opbrengen dan een paar honderd euro. Dat is te weinig, vele malen minder dan iets van Liebermann, Corinth of Slevogt, maar het is wat het is. Wellicht dat die Duitse schrijver van het Wiki-lemma er eentje goedkoop op de kop heeft getikt en gedacht heeft dat een extra Wiki-artikel de waarde zou kunnen verhogen. Ook zo kun je een eigen cirkeltje creëren.

Maar ik ga geen Von Brandis kopen. Voor mij volstaan vandaag een paar afbeeldingen die het verdienen gezien te worden.








dinsdag 1 juli 2025

Slaperig jong meisje

 
Friedrich von Amerling, “Slaperig jong meisje”, 1934

Soms, zeker als het om kunst gaat, twijfel ik een beetje aan mijn goede smaak. Mijn romantisch-sentimentele aard drijft mijn soms in een richting waar ik in de vorige eeuw niet mee gedraaid zou komen. Maar alles keert ten goede. Het internet helpt daarbij. We hoeven ons niet meer door anderen te laten vertellen wat ‘echte’ kunst is, gelukkig bepalen we dat nu zelf. Niet dat ik Von Amerling in mijn woonkamer zou hangen, maar in mijn blog mag de begrensde close-up van het slaperige meisje vandaag groot worden afgebeeld. Ik voel harmonie, kwetsbaarheid ook. Het appelleert aan aan wie ik ben. Aan wie ik was. Aan wie ik gewoon mag zijn, gelukkig. 

Twijfel aan goede smaak is eigenlijk niet meer nodig vandaag de dag.

zondag 8 juni 2025

Rose

 
Philip Wilson Steer, “Narcissen”, 91,5 x 91,5 cm, 1889

Philip Wilson Steer (1860-1942) was in de jaren 1880 binnen de Britse schilderkunst een soort overgangsfiguur tussen de Prerafaelitische schilderkunst, die er op haar laatste benen liep, en de toen vernieuwende stroming van het impressionisme, welke vanuit Frankrijk kwam overwaaien. Beide zo verschillende bewegingen heb ik altijd warm in mijn hart gedragen. Wellicht daarom ook mijn warme gevoelens voor het werk van Steer.

Steer werkte in de jaren 1885-1895 veelvuldig met het model Rose Pettigrew (1872-1958?), die in die tijd samen met haar zussen Hetty en Lily ook voor tal van andere Londense kunstschilders poseerden. De Pettigrew Sisters werden ze genoemd. Rose was de jongste, wellicht de mooiste. Ze werd later ook zijn muse. De intieme portretten die Steer van Rose maakte, het gezicht verlegen verborgen, beroeren op een vermoeide avond mijn diep-romantisch hart, weemoedig als een gedicht van Rossetti:

And I should be ashamed to say:—
Poor beauty, so well worth a kiss!
But while my thought runs on like this
With wasteful whims more than enough,
I wonder what you’re thinking of.




 



zondag 25 mei 2025

Ongemak

 


Luis Martí Grass was een Spaans kunstschilderdie leefde van 1887 tot 1961. Niemand die hem nog kent geen lemma op welke Wikipedia dan ook. Ooit zag ik “Naakt op de sofa” bij kunsthandel Simonis & Buunk en was onder de indruk. Kopen was niet aan de orde, ik stelde het mijn vrouw niet eens voor. Ik zette hem op mijn mijn lijstje voor aan te maken artikelen, maar kon niks over de goede man vinden.

Toch licht ik hem er alsnog even uit. Ook al voel ik me altijd een beetje ongemakkelijk met het tonen van een naaktportret. Erotische driften kunnen veel ellende veroorzaken in een menselijk leven. Ik weet dat vanuit mijn werk. Maar het brengt ook schoonheid. Wat moet ik verder zeggen. Mooi, adembenemend bijna, maar niet meer voor in de woonkamer. Zoiets denk ik. Ongemak. En dat zegt meer over mijn schaamte dan over onze tijd.


Luis Martí Gras, “Naakt op de sofa”, 80,8, 155,8 cm, 1933, particulier bezit.

zaterdag 17 mei 2025

Meisje voor de spiegel

 
Pablo Picasso, “Meisje voor een spiegel”, maart 1932

Er staat een meisje voor de spiegel. De wereld is mooi maar ze is niet blij. Haar spiegelbeeld is somber, grauw, accentueert al haar onvolkomenheden. Het meisje is onzeker over zichzelf, ziet alleen het negatieve. Ze ziet haar eigen schoonheid niet, de kleuren van de wereld. De kleuren van de harlekijn, die Picasso is, die haar omringt. En dat maakt somber.

Of is het een vanitas: de angst voor het ouder worden. De ijdelheid van het heden. Maar ook dat stemt somber.

Dag en nacht, las ik ook ergens. Ze reikt naar haar spiegelbeeld om haar verschillende ikken te verenigen. Tevergeefs.

Picasso portretteert in “Vrouw bij de spiegel” Marie-Thérèse Walter, zijn toenmalige, enigszins labiele maîtresse. Zijn zelf-ontwikkelde stijl van het kubisme staat hem toe haar van alle kanten te bekijken. Hij speelt ook met texturen, die grover zijn in het spiegelbeeld, met donkere lijnen die de somberheid onderstrepen. De lichte kleuren van het meisje, Walter dus, trekken de meeste aandacht, het spiegelbeeld lijkt zich te verbergen. En binnen dit alles vormt het werk toch een afgewogen geheel, een totaalcompositie, zoals al onze gezichten er in laatste instantie toch weer één zijn.

maandag 28 april 2025

Toeval zoals het zijn moet

 
Ramon Casas, “Gereed voor het bad”, ca. 1895


Toeval zoals het zijn moet. Alles moet zijn zoals het toeval het wil. 

Het een leidt tot het ander.

Twee schilderijen van de Spaanse schilder Ramon Casas (1866-1932), geschilderd in dezelfde periode. De eenvoud accentueert de schoonheid. Twijfel welke in bovenaan zet. De naaktheid van de tweede misschien is niet nodig, maar ook niet storend. Ze valt samen met de rest. Soms valt alles samen. Soms is niets veranderd. Soms moet je niet verder zoeken maar gewoon even stil zijn. Alles laten zoals het is. Zoals het altijd zal zijn, of nooit meer zal worden. 


Ramon Casas, “Gereedmaken voor het bad”, ca. 1895


zondag 23 maart 2025

Le Bal d’Opéra

 
Henri Gervex, “Le Bal de L’Opéra”, 1886

Aan het einde van de negentiende eeuw vonden in Parijs zo’n zes weken voor Aswoensdag carnavalsbals plaats, niet voor het gepeupel, zoals tegenwoordig nog steeds in Brabant en Limburg, maar voor de beaumonde. Gervex beeldt zo’n  carnavals-scène af in de Salle d’Opéra, later Opera Garnier, op en voor een balkonloge. Centraal staat echter een gemaskerde vrouw in wit, geflankeerd door twee mannen in klassieke kostuums met hoge hoeden. Bankiers misschien, of fabrikanten met veel geld, het flirten is van alle tijden. Een prachtig schilderij, van uitzonderlijke compositie. Ik houd ervan als je zelf mag invullen, ik waan me in vroeger tijden. De aandacht blijft niet steken bij de witte dame, al zou ze willen, maar wordt getrokken van links naar rechts, naar de andere aanwezigen, als ware je er zelve bij, terug in de tijd. Je zou er een roman bij kunnen schrijven, een verhaal.

Dit maakt een mooi schilderij. Het merkwaardige is dat het tegenwoordig weer kan, waar het werk van een schilder als Gervex gedurende vrijwel de gehele twintigste eeuw als academische rotzooi werd afgedaan. Geen museum dat zijn werk aankocht. Zelfs zijn beroemdste werk “Rolla” kwam van 1933 tot 2010 het depot van Musée des Beaux-Arts in Bordeaux niet uit, tot het in dat jaar werd aangekocht door het Musée d’Orsay. In 2018 werd ook “Le Bal de L’Opéra” door het museum aangekocht, waar het nu samen met “Rolla” prijkt in haar afdeling negentiende eeuwse schilderijen. Meer dan een eeuw lang was het in bezit geweest van de familie van chocoladefabrikant Henri Menier, die het begin twintigste eeuw had aangekocht, verborgen voor het modernisme, tot het weer op de markt mocht. Het werd gepresenteerd als een herontdekking. 

Ik zie het als een kleine overwinning.



maandag 10 maart 2025

Blondine


Wilhelm Hempfing, “Zittende blondine”, ca. 1940

Wilhelm Hempfing (1886-1948) was een Duits kunstschilder die de goedkeuring van de nationaal-socialisten kon wegdragen. Hij was lid van de Reichskammer der bildenden Künste’ en nam tussen 1937 en 1944 deel aan zeker 28 exposities, waaronder alle edities van de ‘Großen Deutschen Kunstausstellung’ in het ‘Haus der Deutschen Kunst’ te München. Veel Duits-romantische landschappen en portretten, vaak ook naakten, van gezonde blonde Duitse ‘Mädeln'. Diverse nazi-prominenten, waaronder Goebbels, kochten zijn werk.

Er kleeft een mooi verhaal aan het hier getoonde ‘Zittende blondine’ van Hempfing. Het werd in 1941 door Julius Staub voor 1500 Reichsmark verworven voor zijn meester Adolf Hitler. Hitler refereert er ook aan in zijn door Henry Picker opgetekende tafelgesprekken. Het portret laat een onmiskenbare gelijkenis zien met Eva Braun, welke noch Staub, noch Hitler kan zijn ontgaan. Hoe we er ook naar kijken, het is gewoon een mooi portret, met een bijzonder verhaal. Ook dat is belangrijk. Het portret circuleert nog steeds in het particuliere circuit. Laatstelijk werd het geveild voor 4200 euro. Het had, gekoppeld aan het Hitler-verhaal, in geen enkel museum misstaan. Maar musea zijn daar schijnbaar nog steeds niet aan toe.

Dan maar in mijn eigen museumpje.



zaterdag 7 december 2024

Ruytinx, zijn oom en een vroege dood

 
Henri Privat-Livemont, “In het atelier”, portret van de schilder Ruytinx”, 1899

Een mooi schilderij van Henri Privat-Livemont (1861-1936), die ik eigenlijk alleen kende van zijn posters. Afgebeeld wordt zijn neef, de schilder Alfred Ruytinx (1871 - 1908), gezien op de rug, aan het werk in het atelier van zijn oom in de Florisstraat te Schaarbeek. De jonggestorven Ruytinx, minder dan tien jaar later zou hij overlijden, schilderde vooral stillevens en bloemencomposities. Ook Privat-Livemont had een grote voorliefde voor voorstellingen van bloemen, waarmee hij zijn werken bezaaide. Kort voor Ruytinx’s dood maakte Privat-Livemont een muurschildering op het huis van zijn jongere neef, eveneens te Schaarbeek. Het is alsof dekens dood al jaren voelde aankomen.

Muurschildering door Privat-Livemont op Ruytinx huis en atelier, 1906.
Nog steeds te zien, Voglerstraat 17, in 1991 gerestaureerd.

Ik weet niet waaraan Ruytinx gestorven is. Als schilder is hij schier vergeten. Een paar van zijn boeketjes dan maar om hem te gedenken. Meer dan een paar honderd euro brengen ze niet meer op.






dinsdag 12 november 2024

Kort huwelijk

 
Stanhope Forbes, “Through The Looking Glass”, 1914,
Portret van Florence kort voor haar dood.

Alfred Munnings, huwde begin 1912 met de tien jaar jongere kunstschilderes en - vermogend - paardenmeisje Florence Carter Wood. Ze maakten beide deel uit van de Newlyn kunstenaarskolonie te Cornwall, waartoe onder andere ook Harold en Laura Knight behoorden, die het koppel een slechte match vonden. Het was in elk geval geen gelukkig huwelijk. Reeds tijdens hun huwelijksreis deed Florence een zelfmoordpoging omdat Munnings Laura Knight te nabij zou staan. Munnings kon met dit soort dingen maar moeilijk omgaan. Hij kon charmant zijn, maar ook koel en weinig empathisch. Na het huwelijk nam hij snel afstand, was hij vaak in Londen en Suffolk, waar hij vandaan kwam, en liet Florence min of meer alleen achter in Lamora, nabij Newlyn, waar ze woonden. Het zou haar niet helpen met haar depressieve gevoelens. Ze schijnt nog troost te hebben gezocht in een verhouding met een regimentsofficier, Gilbert Evans, maar toen deze voor militaire dienst vertrok naar Nigeria benam ze zich in juli 1914 het leven met cyaankali, nog geen 26 jaar oud. Het gerucht ging dat ze zwanger was van Evans.

Munnings hertrouwde in 1920 met Violet McBride, opnieuw een paardenmeisje. Over Florence, ooit liefkozend ‘Blote’ genoemd, zou hij het nooit meer hebben. Op latere leeftijd, tussen 1950 en 1952, schreef Munnings een driedelige autobiografie, waarin ze niet één keer werd genoemd. Wat weer verbaast als je de liefdevolle portretten bekijkt die hij rond 1912 van haar maakte.


Munnings, “Florence at Sunset”, 1912


Munnings, “Two women” (Florence met Laura Knight), 1912


Munnings, “The Morning Ride”, 1912