Van Gogh, “De rode wijngaard”, 1888 |
De bladeren vallen,
Van de herfst twee keer rood,
En alles verzinkt in een zuchten,
Het bos van haar bomen,
Brengt rust in mijn hoofd,
De zon verblindt laagblauwe luchten.
De paddestoel, spinnedauw,
Het takkenbed kraakt,
En alles daaronder gedoofd,
Denk ik aan de toekomst,
Die achter mij raakt,
Eigenlijk heb ik het nooit echt geloofd.