August Macke, “Mädchen im Grünen”, 1914 |
De Eerste Wereldoorlog is vandaag honderd jaar voorbij. Zoals alles voorbijgaat. Niemand meer in staat tot herbeleving. Weggezonken in de tijd. Allemaal jonge historici op televisie. Ze maken naar hartelust hun eigen verhaal. Een curiosum, om je over te verwonderen.
Jaren geleden zag ik een documentaire van de BBC met Engelse veteranen uit de Eerste Wereldoorlog. Stuk voor stuk rond de honderd, het waren er best nog veel. Een verbazingwekkend schouwspel. Ze zaten op het puntje van hun stoel, druk vertellend, extatisch bijna, met vuur in de ogen. In een uitgedoofd leven. Nog tachtig jaar leven, als aftiteling.
Mijn link met de Eerste Wereldoorlog loopt via een aangetrouwde, alweer jaren overleden oom in België. Zijn vader had gevochten in de Grote Oorlog. Ik weet nog dat in de zitkamer aan de muur een soort vitrine hing met allerlei spullen: een geweer met bajonet, een helm, twee groepsfoto’s, een gedenkboek, een medaille. Die kast mocht nooit open. We zaten altijd in de keuken.
Mijn moeder herinnert zich nog dat “bonma” bij mijn oom en tante inwoonde, in de tijd nog voor ik werd geboren. Bonma zat altijd in de voorkamer, nog achter de zitkamer, waar nooit iemand kwam. Er hing altijd geheimzinnigs rondom die bonma, weet mijn moeder nog, iets vreemds, alsof er iets was waar niet over gesproken mocht worden. Alsof iedereen bang voor haar was.
Inmiddels is iedereen dood. We kunnen alleen nog maar raden naar de wonden die de Grote Oorlog heeft geslagen. Trauma’s kunnen lang doorwerken, dat wel, de Last Post wordt nog altijd geblazen. Maar de echo klinkt steeds zwakker. Tot ze uiteindelijk onherkenbaar wordt.
Mijn neven en nichtjes hebben die vitrine kwijtgespeeld, bij een verhuizing. Ze maalden er niet om. Je kunt er ook gewoon klaar mee zijn, denk ik weleens. De echo voorgoed willen dempen. Zoals een van die neefjes later zelfmoord pleegde. En er altijd spanningen waren in die familie.
Ik kijk naar de televisie, naar de herdenking, Parijs, Macron, Trump, en hun mooie vrouwen. Ik vraag me af wat mijn Belgische neefjes en nichtjes vinden van het herdenkingsvertoon, als ze al kijken. Nooit vergeten, hoor ik weer zeggen. Maar vraag is wie zich wat nog wil herinneren.