Labels

maandag 5 november 2018

Van Gogh, “Gezicht over Parijs”


Vincent van Gogh, “Gezicht over Parijs”, 53,9 x 72,8 cm,
olieverf of linnen, Van Gogh Museum, Amsterdam

In juni 1886 betrokken Vincent en Theo van Gogh een appartement in de Rue Lepic op Montmartre. Vincent was net vertrokken bij het atelier van Fernand Cormon, waar hij figuurstudies maakte naar beeldjes van klei. Opvallend is dat hij in de maanden daarop volgend nauwelijks nog menselijke figuren zou schilderen. Het leek alsof hij de mensen een beetje moe was, voorvoelde dat hij weleens genoeg te stellen ging krijgen met zichzelf.

Vanaf een stijle kaap boven hun appartement maakte Vincent na het betrekken van het appartement, studies incluis, een vijftal panorama’s van Parijs. De stijl is nog een beetje Haags, de kleuren zijn grijs, met Hollandse luchten, zoals we die kennen van Mauve, Maris, Roelofs en consorten. Extra diepte suggereerde hij door elementen van de voorgrond dichtbij te halen, zoals hij dat had gezien bij Panorama Mesdag. Hij zag de heuvels van Meudon, de koepel van het Pantheon, de Notre Dame, de kerk van Siant Eustache en de daken van het Louvre en de Tuilerieën.

Van Gogh is vooral bekend om zijn exorbitante kleurgebruik, dat kort na deze periode zijn handelsmerk zou worden. Ik blader wat in het dikke Taschenboek met al zijn werken. Hoe baanbrekend ook zijn exorbitante kleurgebruik, hoezeer zijn vroege werk ook gewoon aanhaakte bij de gangbare stijl in zijn geboorteland, toch spreken werken als zijn panorama’s van Parijs mij misschien wel het meeste aan. Ik blijf er naar kijken. Ik voel me Vincent achter zijn ezel, op een klein plateautje hoog op Montmartre: verheven boven alles, beschouwend, in geest nog dichter bij de mijne, waar hij later toch wat ver van mijn herkenning wegdreef. Ik blijf een Hollander, ook als ik naar Parijs kijk.