Annie Leibovitz: “John Lennon en Yoko Ono”, 1980 |
John Lennon legde ooit uit dat hij voor Yoko Ono was gevallen omdat zij naar hem luisterde, de rode demon in hem had ontwaard die zich in hem had genesteld na de dood van zijn moeder Julia. Julia had hem tweemaal verlaten. Eenmaal toen ze hem als zesjarige overdroeg aan haar oudere zus Mimi. Een tweede keer In 1958 toen ze verongelukte. Lennon vluchtte in de jaren zestig in de muziek, in een nieuwe familie die de Beatles heette. Ono evenwel maakte hem duidelijk dat de Beatles hem geen thuis boden, niet de geborgenheid waar hij naar zocht. Die geborgenheid vond hij wel bij haar. De foto van Leibovitz geeft hier op ultieme wijze uitdrukking aan. Het lijkt de afronding van een proces, een therapie, de afronding van een leven.
John en Yoko kozen er in april 1970 voor om vier weken in therapie te gaan bij psychotherapeut Arthur Janov. Ze doorliepen een intensief programma volgens de door hem ontwikkelde Primal Therapy, waarbij cliënten hun diepste verdriet en angsten uit hun jeugd opnieuw doorleven en hier uiting aan geven door het er letterlijk uit te schreeuwen. Dat schreeuwen van verdriet horen we terug in John's nummer Mother, dat verscheen op het album John Lennon/The Plastic Ono Band. Het lied begint als volgt:
Mother, you had me, but I never had you
I wanted you, you didn’t want me
So I, I just gotta tell you
Goodbye, goodbye.
I wanted you, you didn’t want me
So I, I just gotta tell you
Goodbye, goodbye.
Ga niet weg. Ga niet dood. Uit het diepst van zijn tenen.