Labels

zondag 22 april 2018

August Sander: “Drie jonge boeren, 1914”


August Sanders: “Drie jonge boeren”, 1914

In 1910 startte de Duitse fotograaf August Sander op eigen initiatief een soloproject. Hij begon zijn fotoportretten te ordenen volgens een strakke typologie, uitgaande van zeven stamgroepen: de boer, de handwerker, de handelaren, de kunstenaars, de stadsmensen, de aristocraten en de laatste mensen. Elke stamgroep kende weer diverse portfolio’s. Zijn eerste resultaten publiceerde hij in 1929 onder de titel “Antlitz der Zeit”, dat in 1936 door de nazi’s op de lijst van verboden boeken werd geplaatst (teveel onderverdelingen). In 2001 verscheen postuum het meer dan 800 pagina’s en duizend portretten tellende “Menschen des 20. Jahrhunderts”, op basis van een rubricering waarmee hij bezig bleef tot ruim na de Tweede Wereldoorlog. Het is een unieke kroniek van de menselijke ziel in de vorige eeuw, met een algemene zowel als een individuele teneur.

Geen mens is hetzelfde. Ieder mens heeft zijn specifieke eigenheid. Sander’s portretten kenmerken zich door een sterk geïndividualiseerde expressiviteit, die hij in zijn modellen met treffende precisie en sterk psychologisch inzicht wist te raken, precies zoals ze karakterologisch in elkaar staken. Je ziet direct met wie je te maken hebt, alsof je ze hun goedheid herkent, uit duizenden, daders of slachtoffers. Binnen de enorme de massa aan gezichten is elke geportretteerde een uniek individu en niet alleen representant van een universeel type. Het is een oproep om doorheen de generalisaties de uniciteit van ieder individu op het vizier te houden. Die individualisering zal het belangrijkste kenmerk worden van de twintigste eeuw. Dader of slachtoffer, allemaal mensen. Het is Sartre avant la lettre.

Een van de bekendste portretten van Sander is “Drie boeren, 1914”. In hun uniforme bourgeoispakken lijken ze op het eerste gezicht eender, maar al snel komt in individualiteit van elk van elk van hen naar boven. Als op commando kijken ze naar de fotograaf. De linkse persoon lijkt net in het portret te zijn gestapt, zijn wandelstok nog diagonaal. Nonchalant hangt een sigaret op zijn lippen, die de rechter mogelijk net heeft weggegooid. De twee rechts staan als een pilaar met hun wandelstok recht naar beneden. De voorste kijkt alsof hij alweer door wil lopen. Zijn het broers? Vrienden? Denkelijk is het een zondag en hebben ze hun nette pak aan. Eenieder mag zijn eigen fantasie hebben en dat kan ook. Het zijn echte mensen van vlees en bloed, op weg naar een vreselijke oorlog. Maar dat wisten ze nog niet..

Inhoudelijk gaf Sander nooit commentaar of nadere toelichting bij zijn foto’s, ook niet bij “Drie jonge boeren, 1914”. Niettegenstaande de toevoeging van het jaartal aan de titel  zegt hij niets over over de bijzondere tijd, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Hij streefde naar volstrekte objectiviteit en zakelijkheid. In combinatie met de ogenschijnlijke staticiteit doet doet het een invloed vermoeden van Sander’s Bauhaus vrienden. Kunstcriticus John Berger wijst op het egalitaire aspect, tot uitdrukking gebracht in de gelijkvormige pakken. Het pak is een bourgeoissymbool, waarmee de foto breekt met de standaard opvatting over de boerenstand. Het pak staat daarmee voor individuele ambitie: elk van de drie mannen heeft zijn eigen dromen en gedachten. Er is nog steeds een gezamenlijk doel maar elke persoon zal er op eigen wijze invulling aan geven. Van de veranderende toekomst hebben ze nog geen weet.


“Menschen des 20. Jahrhunderts”


Jonge boeren, 1926
Werkende studenten, 1926
Bohemiens (Willi Bongard, Gottfried Brockman), 1925
Architect Hans Luttgen en zijn vrouw Dora, 1926


             
Politieman
Dorpsonderwijzer
Meester metselaar

                 
Stenensjouwer
       
Boksers
Banketbakker

Zigeuner
         
Lid Hitler Jugend
 
Vrouw van de kunstenaar

               
Portier bij het parket
Secretaresse radio-omroep
 
          Wandelaar met hond