Labels

zaterdag 1 september 2018

Cézanne, “Fruitschaal, glas en appels”, 1879-1880

Ik zat in een groot stadion en dacht: hoeveel van al die mensen hier zouden wel eens een gedicht lezen. Onzinnige gedachte misschien, maar vooruit, ik dacht het. Ik houd van poëzie. Er zijn niet veel mensen meer die met regelmaat gedichten lezen. Er zijn steeds minder romantici.

Poëzie doet een andere orde veronderstellen, geeft je het gevoel dat er een ultieme schoonheid bestaat. Dat er een andere werkelijkheid is. Een ander leven. Je voelt dat met weinig veel wordt uitgedrukt. Zelfs als je het gedicht niet helemaal begrijpt, wat regelmatig voorkomt. Je hoeft alleen maar te luisteren naar de melodische kracht, gracieus en betoverend, en toch vol energie en waarheid.

Luister maar naar Joseph Brodsky:

John Donne is dood en alles slaapt rondom,
De muren, de vloer, het bed, de schilderijen.
de tafel slaapt, de kleden, het plafond,
de linnenkast, de kaarsen, de gordijnen.
De fles, de kopjes, de schalen. Alles slaapt.
...

Meer dan tweehonderd versregels gaat dit door. Met de dode dichter sterft alles om hem heen. De dood van Donne sleept de hele wereld mee, de wereld zoals hij die als een havik in de lucht heeft waargenomen en beschreven in zijn gedichten.