Lewis Morley, “Christine Keeler”, mei 1963, 50,8 x 41,3 cm, National Portrait Gallery Londen |
Politiek gezien stonden de jaren zestig in het teken van de Koude Oorlog en de angst voor een escalatie. Het wantrouwen tussen de machtsblokken was groot en alles wat riekte naar spionage werd hoog opgespeeld.
In 1963 ontstond grote beroering in de Britse politiek toen minister van defensie John Profumo een affaire bleek te hebben gehad met model en showgirl Christine Keeler (1942-2017), die - zonder dat hij daar overigens van op de hoogte was - ook een verhouding had met Yevgeni Ivanov, een attaché van de Russische ambassade en vermeend spion.
Op het hoogtepunt van het schandaal deed fotograaf Lewis Morley (1925-2013) iets wat wat tekenend was voor een nieuwe vorm van vrijheid en wat eerder ondenkbaar zou zijn geweest: hij portretteerde Keeler op een bijzonder uitdagende wijze, naakt, schrijlings gezeten op een reproductie van een 3107-stoel van Anne Jacobsen in de sjieke Establishement Club te Londen. Hoewel de foto geen expliciet bloot toont werd hij direct verboden in Groot-Brittannië. Verspreiding kon echter niet worden tegengehouden. De Sunday Mirror publiceerde het portret als eerste, niettegenstaande het verbod, en de impact was aanzienlijk. in hun boek “Goodbye Baby and Amen” noemden David Bailey en Peter Evans het verschijnen van de foto een bepalend moment in de geboorte van de “swinging sixties”.
Tegenwoordig, nu de reuring ver is weggezakt, kan er ook oog zijn voor de schoonheid van het portret. Morleys compositie heeft een onderkoelde klassieke uitstraling. Compositorisch is de foto afgewogen opgebouwd uit een serie driehoeken: Keelers benen, de rugleuning en haar gebogen armen. Het zorgt voor een harmonisch rustgevoel temidden van alle commotie, op de drempel van een enerverend tijdsgewricht. De originele print is sinds 1992 in het bezit van de National Portret Gallery, waar het behoort tot de Primary Collection.