Antoon van Welie, “Jongedame in een theaterloge” Pastel, 70 x 52 cm, particuliere collectie |
Antoon van Welie (1866-1956) vestigde zich in 1909 in Londen. In de voetsporen van John Singer Sargent groeide hij er uit tot een van de belangrijkste portretschilders van de toenmalige “upper-class”. Zijn werk werd geprezen om de treffende gelijkenissen die hij wist te bewerkstelligen, maar vooral ook omdat hij er steeds in slaagde ook het karakter en de ziel van de geportretteerde te laten weerspiegelen.
Van Welies beste werk uit deze periode is echter geen werk in opdracht, maar de hierboven getoonde pastel van een jonge vrouw in een theaterloge, een populair thema in die dagen. Hij exposeerde het in 1911 bij Mendoza Galleries, aanvankelijk simpelweg onder de titel “The Box”. Het is duidelijk een artistiek vrije uitwerking, waarschijnlijk naar een tekening die hij eerder maakte in Edam. In catalogi uit 1912 en 1913 stond het vermeld als “portretfantasie”.
“Jongedame in een theaterloge”, zoals het werk tegenwoordig wordt genoemd, toont een prachtige jonge vrouw die wat afwezig voor zich uit staart, naar het toneel, de toneelkijker in haar rechterhand, alsof ze die net voor haar ogen geeft weggehaald. Het blonde haar is opgestoken onder een grote zwarte hoed met pluim. Een sjieke jas met bontkraag valt bevallig om haar schouders. De blanke huid, bekoorlijke mond en heldere ogen maken haar tot een buitengewoon charmante verschijning. Jan Engelman identificeerde de vrouw en de heer in pak achter haar in 1935 als “de heer en mevrouw S.”. Anderen zagen in de man een sterke gelijkenis met Pim Noothoven van Goor, een dandy uit een gegoede familie met wie de schilder waarschijnlijk een intieme relatie had.
In het tijdschrift The Magazine werd de pastel in 1911 geroemd om de om de wijze waarop Van Welie in zijn portret het mysterie van de vrouw wist te vangen. Het werk werd zelfs vergeleken met de Mona Lisa van Da Vinci. Dat is misschien lichtelijk overdreven, maar ik zie wat wordt bedoeld. Ik probeer me voor te stellen wat in haar omgaat. Ze is er duidelijk even niet bij. Ook Van Welie had veel geheimen. Die schemerden door in zijn portretten en nog meer in zijn vrije werk. Een groot kunstenaar vertelt meer over zichzelf dan over de geportretteerden. En dat intrigeert. Dat zien we bij Da Vinci, dat zien we bij Sargent, dat zien we bij Van Welie.