Degas, “Le Chanson du Chien”, 1880, 51,8 x 42,6 cm, ca. 1878, gauche en pastel op papier, particuliere collectie |
Emma Valladon rond 1878 |
In een boek van James H. Rubin lees ik dat Degas geïnteresseerd was in de wetenschap van de fysionomie en frenologie. In die tijd ging de theorie rond dat mensen uit de lagere sociale klassen dichter bij de dierenwereld stonden. Opvallend in dat opzicht is een studie voor het schilderij waarop Degas Théresa inderdaad afbeeldt met dierlijke trekjes, los van de gebaartjes. Volgens de toenmalige “wetenschappelijke” inzichten gaf de evolutietheorie een verklaring de raciale zowel als sociale verschillen binnen de menselijke soort en op de laagste sporten van de ladder zouden de gezichten het meest dierlijk zijn. Het kan verkeren. De ene keer denken we dit, de andere keer dat.
Wat blijft is de schoonheid van het werk van Degas. Met “Le Chanson du Chien” maakte hij een buitengewoon en opvallend modern schilderij, waarin zelfs een zekere abstractie kan worden gezien, los van de onmiskenbare gelijkenis van Théresa. De sobere, rechthoekige geometrie van de achtergrond, de rangschikking van het publiek en het evenwichtige patroon van de lantarens, die als slingers tussen de bomen hangen, zorgen voor een strakke compositie en afgewogen vlakverdeling, contrasterend met de losse schilderstijl van de impressionisten.
Met Monet en Cézanne mag Degas tot de eerste modernisten worden gerekend. Met de impressionisten begint alles wat daarna gebeurde, zonder dat het ooit werd overtroffen. Hun werken intrigeren tot op de dag van vandaag.
Studie voor “Le Chanson du Chien” |