Morisot, “Dans la Salle à manger”, 1886 |
Wanneer kun je zeggen dat je gelukkig bent? Geluk is de afwezigheid van ongeluk, wordt wel eens beweerd, maar dat is te makkelijk. Niet voldoende. Soms heb je momenten dat je weet: als ik hier later aan terugdenk zal ik beseffen dat ik toen gelukkig was. Misschien kun je alleen gelukkig zijn via de spiegel, als ultiem platonisch idee.
Als je vakantiefoto’s terugkijkt lijkt het doorgaans mooier dan de werkelijkheid was, gelukkiger. Je ziet jezelf en de jouwen weer staan bij dat prachtige uitzicht over de kliffen, met een cocktail in de zon op het strand, een grote pizza eten op het terras en alles lijkt precies zoals het zijn moet. Dat je toen net wat buikpijn had, de kinderen lastig waren, het eten niet helemaal warm was, dat weet je niet meer op de foto’s.
Het is een mooie zomeravond. Ik zit bij mijn tuin met een biertje in de nog warme dalende zon. Er staan mooie dingen te gebeuren in mijn leven. Ik heb geen buikpijn, er zijn geen irritaties, het eten was heerlijk. Ben ik gelukkig? Laten we hopen dat het zo blijft! Dan maken we later wel een keer de balans op!