Labels

zondag 2 juni 2019

Breitners naakten, Jan Veth, Mina Otten


  
Breitner, “Een staand naakt”, ca. 1900,
38 x 15 cm, olieverf op doek, particulier bezit

Tachtiger Jan Veth, schrijver en kunstschilder, bezocht in 1901 een tentoonstelling bij Arte et Amicitiae. Er werden een viertal naakten van George getoond, waaronder het hierboven weergegevene. Veth schreef erover in een admiratie die de mijne evenaart.

"Wat een schilder! Wat een durven en een kunnen, zoals er misschien nog nooit gekund is. Manet, met zijn stoute, franke zien, heeft geloof ik, niet zó geschilderd. Breitner heeft niets van het pedantisme van knapheid, hij laat niet merken hoe verbazend geweten alles is, hij souligneert niet, hij is nergens opzettelijk, hij schildert zoo, of het van zelf spreekt, blij-weg, als met zuiver ingeboren, koninklijke kracht".

„Het is alles bij hem het heitres Wissen, het boldes Können, waarover Heine het heeft".

„Zie hoe delicieus in de platte pâte van gave verf, die hoge blanke heup en dat gedeelte buik om die wonderteer gekleurde glooiing, van de naar voren komende dij geschilderd zijn, en hoe vrij, hoe magistraal fijn die blozende lijnen van de kneep aan de kniebuiging er sierlijk ingewipt staan, en hoe groot dan weer de vaste streek teelcent van het doffe licht over de glanzende strakke huid van de scheen. Dat is in zijn volle bracht, het nobele talent van den, —vergeving voor het woord dat in discrediet schijnt te zijn — van den geweldigen schilder".

Mooier kan ik het niet zeggen.

Breitner was de enige van de Haagse Scholers en Amsterdamse Impressionisten die zich serieus toelegde op het vrouwelijk naakt. De wijze waarop hij dat deed werd in die tijd door velen als schokkend ervaren: hij maakte er iets persoonlijks van, expressief, zonder idealisering, gewoon iets uit zijn eigen leefomgeving, van een heimelijk genot en bewondering. Het losse en grove penseelwerk en het “on-affe” van het opgeleverde eindproduct onderstreept zijn emotionele betrokkenheid. De tegendraadse Tachtigers hekelden den morele verontwaardiging en vonden het allemaal prachtig. Zij bewonderen alles wat grenzen overtrad en prezen vooral het “on-affe” als uitdrukking van innerlijke gevoelens.

“Een staand naakt” werd in 2007 voor 84.250,- euro geveild bij Sotheby’s. Het model voor het naakt was waarschijnlijk Mina Otten (1862-1923), een boerendochter uit Maartensdijk, maîtresse en later levenspartner van toneelspeler Arnold Ising jr., van wie Breitner eerder een reeks foto’s maakte. Mina, die in 1881 naar Utrecht kwam en vier jaar later naar Amsterdam trok, was haar “Nol” innig toegewijd. Toen Beitner haar ooit probeerde te verleiden leverde dat hem een knal voor zijn hersens op.

Welke de andere drie in 1901 geëxposeerde naakte waren heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen.


 Foto door Breitner van Mina Otten