Pieter Bruegel de Oudere, “Jagers in de sneeuw”, 1565 |
Op de top van de linde,
Zit een vogel die fluit,
Onbereikbaar voor de katten,
Ziet hij kalmpjes voor zich uit,
Ziet hij mensen die haasten,
In een komen en een gaan,
Laat hij alles zo gebeuren,
Blijft hij enkel maar bestaan.
Zonder zaaien, zonder maaien,
Door de vogels in de lucht,
Hoort hij enkel zacht gemompel,
En een hele diepe zucht.
Ziet hij mij,
hier stil beneden,
In het dalen van mijn vlucht.