Labels

zondag 5 juli 2020

Pé is dood & dat is kut




Pé is dood & dat is kut’, schreef Herman Brood na de dood van Pé Hawinkels (1942-1977). Hawinkels schreef songteksten voor Brood, Brood schreef later een ego-document over Hawinkels, “A star like me”, waarin hij suggereert dat Hawinkels een hartaanval kreeg bij horen van het nieuws over het overlijden van Elvis Presley. Waarschijnlijk wist hij beter. Hij heeft Hawinkels dood meegedragen tot aan zijn eigen fatale sprong in 2001, waarvan ik hoorde op vakantie in Zeeland, met de mijnen, in de auto naar Vlissingen.

Niets is wat het had moeten zijn’, staat in Hawinkels overlijdensbericht, ‘alles is wat het zijn moet’. Mooi gezegd. ‘Geweldig davert het woord over niets...’. Ook al zo mooi geschreven. Hawinkels was een begenadigd dichter, die zelden nog wordt gelezen.

Hawinkels was een begaafd vertaler, ook dat. Twee keer las ik zijn vertaling van De Toverberg van Tomas Mann, twee keer werd ik betoverd. En een derde keer in de vertaling van Driessens uit 2011. Driessens vertaalt wat er staat, secuur, dicht bij het origineel. Hawinkels vertaalt losjes, herschrijft zelfs, als het hem uitkomt. Zo ik begrijp werkte hij vaak slordig, de filosofische uitweidingen van Settembrini en Naphta zijn in zijn versie moeilijk te volgen, maar voor het overige ben ik er nog steeds niet helemaal uit welke vertaling ik nu prefereer. Ze staan gebroederlijk naast elkaar in mijn boekenkast. Moeilijk keuze, als ik voor de vierde keer betoverd wil worden.

Ik tuur nog maar eens op de vertalingen van de eerste zin: ‘Die Geschichte Hans Castorps, die wir erzählen wollen…’ is bij Hawinkels ‘Nu gaan wij het verhaal vertellen van Hans Castorp…’, bij Driessens ‘Het verhaal van Hans Castorp dat we gaan vertellen…’. Zeg het maar!