Bert Nijenhuis, “Op de beurs”, 1979 |
Deze foto van Bert Nienhuis (1944) stond in De Revisor, 1979, nr. 6, een tijdschrift dat ik nog steeds in mijn boekenkast heb liggen omdat er voor het eerst de “vroege versie” van Nescio’s Titaantjes in stond.
In 1979 was ik negentien. Studerend, vol plannen, zoekend naar een positie. Nog niet was alles verloren. Ik voelde wat Nienhuis bedoeld moet hebben. Alles wat me tegenstond in de grote mensenwereld zag ik in deze ene foto. De belangwekkende drukte, de Alpha mannen, mijn vader die zich een weg omhoog probeerde banen. Links de veelbelovende jongeman die quasi nonchalant een sigaret opsteekt, en die er wel zal komen. Rechts een onzeker ventje in pak, die bijna weggedrukt wordt door zijn leermeester, zoals ik mezelf een beetje vreesde, maar absoluut niet wilde zijn..
De wereld van het geld, de VVD. Altijd heeft het me tegengestaan.. De wereld van de recepties, netwerken, gewichtig doen, carrière maken, erbij willen horen, want dat is waar alles om draait. Toen ik negentien was wilde ik ook ergens bij horen, denk ik, niet bij deze mannen, maar toch. Misschien zat er wel meer herkenning in de foto dan ik wilde toegeven. Tegenwoordig prijs ik me in elk geval gelukkig dat het niet meer hoeft. Dat erbij horen. Je wordt er zo moe van.
Wat ben ik blij dat ik het al vroeg gezien heb, in deze foto, het hoge karikatuurgehalte, de blik van Nienhuis. Blij dat deze wereld mij verre is gebleven. Je weet maar nooit hoe het had kunnen lopen. Daar ben ik intussen wel achter.