Labels

vrijdag 3 juli 2020

Het hart dient gelucht


Lovis Corinth, “Un Othello”, 1882

Even het hart luchten.

Als we met de morele bril van deze tijd kijken naar vroeger tijden, dan zijn er nooit zulke goede mensen geweest als wij, hoorde ik ergens. Het is pedant om standbeelden te bekladden. De geschiedenis te verloochenen. Excuses te vragen voor het verleden. Je verheft jezelf tot norm. En en passant verklaar je meteen zelf in elk geval te behoren tot de betere helft der mensheid. Wie de andere helft zou moeten zijn blijft onduidelijk. Zum kotzen. Zulke mensen horen zwaar te boeten! Moeten weg! Als ik het straks voor het zeggen heb zullen het de eersten zijn die die eraan moeten geloven. Met de Goelag komen ze nog genadig weg.

Maar ze hebben geluk. Niemand luistert. De tijd om nog aan de macht te komen zal tekort zijn. En bovendien ben ik er te moe voor. Laat ik maar weer met mijn hand over het hart strijken. Grootmoedig zijn. Ook die gasten moeten af en toe hun hart luchten. In de grond zijn ze misschien niet eens zo heel veel anders dan ik, als ik wat langer doordenk. Dachten zijn maar wat langer door. Laten ik ze nog wat tijd gunnen. Ze hebben geluk! En anders ik wel!