Rembrandt, “De gelijkenis van de rijke dwaas”, 1627 |
Op de planken
Van een antiquariaat
Dat nog open wordt gehouden
Door de stoffige eigenaar
Maar waar niemand meer iets koopt
Omdat het te duur is
Te laat
Aan oude prijzen
Die niemand meer betaalt.
Op de planken
Van dat antiquariaat
Hoog bovenin
Waar ik een trapje nodig had,
Vond ik een kleine dichtbundel
Heel oud en haast vergaan
Van een dichteres die ik niet kende
Russisch
In het Duits
In zang vertaald.
Ik zocht haar op met mijn mobieltje
Die dichteres
Die ik niet wist
Maar kon haar niet vinden
Geen enkel hit
Vergeten
Hoe zonde
Het heden niet gehaald.
Zoals geen mens
Straks
Als wij allen
Al lang zijn vergeten
Naar mijn stukjes
Mijn gedachten
Ook maar een ietsepietsje taalt.
Zo heb ik dat bundeltje
Toch maar laten liggen
Een klein beetje spijt
Voel ik
In mijn buik
Dat nu toch aan mij knaagt.