Macke, “Frau mit Sonnenschirm vor einem Hutladen”, 1914 |
Kort nadat ik met mijn vrouw in 1991 onze eerste koopwoning betrok zochten we een poetsvrouw. We werkten beide fulltime, er waren nog geen kinderen. We zetten een kleine advertentie.
Op de advertentie werd gereageerd door een Russische vrouw. Of liever: door haar vriend. Ze kwamen ook met zijn tweetjes. Hij deed het woord, hoewel zij redelijk goed Duits sprak. Hij vertelde dat zijn Russische vriendin eigenlijk kinderarts was. We hebben haar uiteindelijk niet aangenomen. Ze heeft een keer “meegelopen” met mijn vrouw, maar ze wist niet eens met welk spullen ze douche en toilet moest schoonmaken.
Ik heb me altijd afgevraagd of dat verhaal van dat kinderarts zijn wel klopte. Het was een mooie statige vrouw van midden veertig, ouder dan wij. Na het lezen van Waterdrinker twijfel ik niet meer dat ze echt wel kinderarts was. Er zijn vreemdere carrièrewendingen bewerkstelligt om aan de ellende van wat toen nog de USSR was te ontkomen. Ik vraag me af wat van haar geworden is. Hoe treurig kan het gaan.