Modiano met Francoise Hardy, 1969 |
Als je mij nu vraagt wie de beste nog levende schrijver is, dan kom ik misschien wel met Patrick Modiano (1945). Geen opvallende keuze dus, gewoon een Nobelprijswinnaar. Maar het is zoals het is. Modiano is een gevoel, net als Proust, beter dan het leven.
Al bijna een halve eeuw schrijft Modiano over mensen en dingen die op het punt staan vergeten te worden. Vluchtige ontmoetingen verdwijnen in de mist. Dwalend door Parijs komen herinneringen voortdurend weer boven. Zijn werk is een zoektocht naar het eigen verleden, het collectieve verleden, naar dat wat vergeten is of vergeten dreigt te worden, naar de dingen op de grens van de vergetelheid. Zijn motto is ontleend aan Stendhal: ,,Ik kan de werkelijkheid van de feiten niet laten zien, ik kan er slechts de schaduw van weergeven.’’ Het zou ook mijn motto kunnen zijn.
Net als Modiano heb ik altijd veel interesse gehad in de historische periode die net voor ons geheugen ligt, of het geheugen van de mensen die ik ken. Het Fin de Siècle, het Interbellum. Ik lees memoires, schrijf een blog. Ik houd van het gestolde moment in een foto, zoals van zijn moeder. Modiano betovert me met zijn bescheiden pastelkleurige schrijfstijl, als stille muziek, waarbij hij haast ongemerkt ook mijn eigen fantasie aan het werk zet. Ik herken me in zijn personages, voel me begrepen.
Modiano’s personages zijn detectives van het verleden. Vaak zijn ze slachtoffer van hun eigen verleden en onmachtig om, zoals Modiano zegt, „hun lot te begrijpen”. Tegelijkertijd zijn ze ook vrij, in de rokerige brasserie, ’s nacht op de verlaten boulevards, of liggend op hun dunne matras in hun hotelkamer, losgeraakt van het reguliere bestaan waarin ze gevangen zaten. Je kunt dat nostalgisch vinden, het verlangen naar een leven waarin nog niet alles is vastgelegd, waarin alles weer openligt en het toeval vrij spel krijgt. Je kunt dat nostalgisch noemen,. Zeker wanneer het zich afspeelt in het Parijs van Brassai. Zeker bij het beeld van Francoise Hardy.
Modiano is een groot schrijver. Een van de grootste uit onze tijd, voor mij toch wel dé grootste. Hij wordt echter slecht gelezen in het Nederlands. Wie iets van Modiano wil lezen, waant zich al bijna in een van zijn verhalen. Bijna al zijn boeken zijn vertaald, maar ze lijken te zijn vergeten, verdwenen, opgelost in de tijd. Je moet een speurtocht ondernemen naar plekken waar de tijd lijkt stil te staan. Een tweedehands boekwinkel waar ze staan te wachten onder een laagje stof, een bibliotheek met geduldige planken. Toen hij in 2014 de Nobelprijs won werden direct twee van zijn werken uitgegeven, De horizon en Het gras van de nacht. Deze week zag ik ze liggen in de ramsj. Ik heb ze meegenomen, ben ze nu aan het lezen. Nummer zes en zeven. Ze lijken sterk op die andere vijf. Gelukkig maar. Als stillevens van Morandi. Ik heb hem laat ontdekt. Acht en negen komen ook nog wel.