Mercado do Bolhao, Porto, 1952
Henri Cartier-Bresson (1908-2004) zag de fotograaf als een jager, die gewapend met een fototoestel, een scherp oog en snelle reflexen de wildernis in trekt, op zoek naar dat ene moment waarop de tijd voor hem stil staat.
“Wij fotografen handelen in dingen die voortdurend verdwijnen”, zei hij ooit, “als ze eenmaal verdwenen zijn kunnen we ze met geen mogelijkheid terughalen. We kunnen het geheugen nu eenmaal niet ontwikkelen en afdrukken”.
Cartier-Bresson werd wel de man van de verborgen camera genoemd. Hij nestelde zich ergens op een onopvallende plaats, wachtte en wachtte, en sloeg dan op het juiste moment toe. Bovenstaande foto lijkt geënsceneerd maar is het niet. Een zwerm vogels laat zich niet ensceneren. Ook in zijn portretfoto’s is dit herkenbaar.
Cartier-Bresson was voortdurend op zoek naar wat hij noemde het beslissende moment: “Een foto neem je in een beslissende seconde. Je moet natuurlijk oog hebben voor een compositie of gebeurtenis die het leven je aanreikt, maar het is je intuïtie die je vertelt wanneer je moet afdrukken. Dat is het creatieve moment. Oeps! Hét moment! Als je het mist is het voor altijd verdwenen”!
Ik ben wel gecharmeerd van deze vorm van creativiteit. Het vastleggen van voorbijgaande momenten, de alles verslindende vliedende tijd. Als je dat goed doet verbeter je die tijd, verbeter je het verleden, en uiteindelijk ook het leven. Dat is waar het in kunst om moet draaien, denk ik dan.
|