Mijn bewondering voor Hamsun begon met met de film Mysteriën, die ergens in 1980-1981 op de Nederlandse TV werd uitgezonden, op een vrijdagavond laat. Ik voelde meteen de bijzondere aantrekkingskracht van het verhaal, schafte het boek aan en was verkocht.
Rutger Hauer was de ideale Johan Nielsen Nagel. Sylvia Kristel een prachtige Dagny, hoe mooi ze ook al daarvoor was. Als ik de foto’s weer voorbij zie komen voel ik het nog steeds. Ik voel Nietzsche. Ik voel mijn geestelijk overwicht. Het leven moest nog beginnen.
Later, nog niet zo lang geleden, keek ik opnieuw naar de film, op YouTube. De openingsscène verbaasde me: we zien Karlsen met het lemmet van een mes in zijn mond. Terwijl de omstandigheden rondom de dood van Karlsen doorheen het hele boek door een mysterie blijven. Ook niet worden opgeklaard. Hoeveel artistieke vrijheid kun je als regisseur nemen om zo te openen. Maar uiteindelijk heb ik de film toch verder uitgekeken. En net als bij elke herlezing kwam ik er wederom in. Want uiteindelijk kan ik ook de film niet meer verzaken, het gevoel van veertig jaar geleden, dat mede bepaalde wie ik werd.