Bob Dylan, Londen, 1966 |
Ik hoor het geluid van de donder
die waarschuwend schreeuwt,
Hoor het zwellen van een golf
waarin de wereld kan verdrinken,
Hoor een honderdtal drummers
met hun handen in het vuur,
Hoor er tienduizend fluisteren
en niemand die het hoort,
Hoor een enkel iemand sterven
en vele mensen lachen,
Hoor het lied van de dichter
die sterft in de goot,
Hoor de echo van een clown
die schreeuwt in het portiekje,
En het is een harde harde regen
die op ons neer zal dalen.
Afgelopen maandag werd Bob Dylan tachtig jaar. Ik had het pas in de gaten laat in de avond, toen ik mijn moeder per auto naar huis bracht en allemaal Dylan-songs hoorde. Even meende ik dat hij dood was maar hij was tachtig. Wat is het verschil. Wat maakt het uit. De teksten van Dylan hebben eeuwigheidswaarde. Het Armageddon dreigt nog steeds, meer dan ooit. Het maakt zijn poëzie enkel sterker. Elke zin is raak, beeldend, droevig, alles, een Nobelprijs waardig. Een vertaling waardig. Als eerbetoon.