We hebben een avondklok. Met alle maatschappelijke onlust die dat met zich meebrengt en een onbestemd verdrietig gevoel, krijg ik steeds meer de behoefte om me te verliezen in een dik boek en voor altijd binnen te blijven. Op te sluiten. Niet meer meedoen. Weg van de wereld. Ontsnappen in mezelf. Er is zoveel nog dat ik wil lezen. Zo weinig nog dat ik echt zou willen doen. Zeker nu. Ik lijk er niet meer bij te horen!
Veertig jaar geleden had ik nog wel sympathie voor de krakersrellen. Ook ik had lange haren. En weinig vooruitzicht op werk. Nu voelt het anders, stemt het me somber. Waarschijnlijk ben ik veranderd, duit er minder onvrede als ik languit op de bank hang. Misschien heeft het ook gewoon met de leeftijd te maken. Ik ga de wereld niet meer veranderen. Rust is wat telt, wat me op de been houdt. Het enige waar ik echt voor wil strijden.
Het schuim der aarde. Stalin had het wel geweten. “Wij sociaaldemocraten weten immers maar al te goed...”. Ik zie het gebeuren en roep ook maar wat. Iedereen vindt iets! Iedereen heeft altijd gelijk!
Die man dat ben ik. Mijn vrouw zal me zo komen halen. De enige naar wie ik nog luister!