In 1946 fotografeerde Walker Evans een hele reeks anonieme Amerikaanse arbeiders in Detroit, op straat, op een zomerse zaterdagmiddag, zonder dat ze hem in de gaten hadden. Ze stralen in al hun onbeduidendheid een zekere zelfverzekerdheid uit, lees ik. Ze maken deel uit van het land dat de oorlog beslecht heeft, overwinnaars, de burgers van het land waarin alles mogelijk is, waar welvaart in het verschiet ligt, meer dan waar ook ter wereld.
Let’s make American Great again. Zo’n vijfenzeventig jaar later zijn de kleinzonen of achterkleinzonen nog steeds niet los van het gevoel. Waar we niet meer weten of het nog gepast is. De meeste mannen op de foto’s zullen overleden zijn, zo niet alle. Wat hebben ze geloofd in hun leven, welke welvaart is voor hen gekomen, hoe aardig zijn ze geweest voor de medemens. Zouden ze op Trump hebben gestemd, hadden ze nog steeds geleefd? Zijn het sympathieke gozers? Zoveel foto’s, zoveel levens. De ene tijd is de andere niet!