Labels

vrijdag 6 maart 2020

Groter is het niet


Schiele, “Hafen von TriĆ«st”, 1907

Soms schrijf ik maar wat, een paar verdwaalde woorden, gedichtje, verhaaltje, zonder veel pretentie. Soms wordt het wat, soms niet. Ik zoek naar een toon voor mijn leven, een ritme, een vorm, misschien wel voor het grote dat ik nooit nabij ben gekomen. Als het goed is gaat het stromen, worden de woorden in het voorbijgaan meegenomen. Door de afstand nabij. Een melodie die wat vertroosting biedt.

Ik heb geen grote illusies meer over de grootsheid van mijn schrijven, die waarschijnlijk zo klein is als mijn woorden. Doelloos als het leven, dat zich herhaalt in voortdurende schepping. En God die af en toe glimlacht, hoop ik dan, want dan doe ik dat ook. Nog altijd ben ik het jongetje met de handen gevouwen. Nog altijd is de wereld te groot. Maar zo af en toe scheur ik een klein stukje los, schrijf ik wat dingetjes op, als flarden van de eeuwigheid, vluchtige schaduwen van iets dat ik niet meer verlangen kan, als bewijs van mijn eigen bestaan, wellicht. Als enig houvast, samen met mijn gezin.

Groter is het niet en zal het niet worden. Buiten vliegen de meesjes weer richting het voorjaar, voor de zoveelste keer. Het gebeurt zoals het gebeurt, denk ik maar. Het is voldoende zo.