Labels

vrijdag 13 maart 2020

Lerolle en de stilte


Henry Lerolle, “Deux femmes dans un interieur”, 55 x 46 cm, ca. 1890

Henry Lerolle wordt niet gerekend tot de grootste Franse kunstschilders uit het einde van de negentiende eeuw. Hij genoot soms meer faam als kunstverzamelaar dan als artiest. Ook raakte zijn naam sterk verbonden aan de salons die zijn musicerende vrouw Madeleine Escudier organiseerde en die door legio beroemdheden bezocht, waaronder Degas en Debussy. Niettemin oefent Lerolles oeuvre een bijzondere aantrekkingskracht op mij uit. In het bijzonder zijn interieurstukken. Nog altijd kom ik daarop terug. Ik trek nog maar eens een oude catalogus uit de kast die ik jaren geleden bij toeval op de kop tikte. Au cœur de l’impressionnisme, la famille Rouart.

Zijn interieurstukken dateren uit de periode 1890-1900. Het zijn intieme werkjes met een bijna religieuze stilte, welke niet rijmt met het drukke sociale leven dat zijn vrouw organiseerde rondom zijn gezin. Ze weerspiegelen een gevoelige poëtische geest en een zekere eenzaamheid, los van zijn huiselijk geluk. Ze weerspiegelen mysterie. Ik herken zijn bewondering voor de Hollandse meesters uit zeventiende eeuw als Vermeer en De Hooch. Diezelfde bewondering voor Vermeer zie ik terug in het werk van de Zweedse kunstschilders Vilhelm Hammershøi en Carl Holsøe, van net iets later. Het preludeert op Hopper. En uiteindelijk ook op mij, die dit schrijft, over meer dan honderd jaren. Zo komt alles stilaan samen.


                  Lerolle, “Interieur”
Lerolle, “Interieur”


 
Hammershøi, Interieur, 1904

Holsøe, Vrouw in interieur, ca.1900