Toorop, “Dame in wit”, Annie Hall, 1886 |
We hunkeren steeds meer,
Naar iets kleins, een stukje van onszelf, een deeltje van de wereld,
Een begrip dat onvoltooid blijft, onaf,
Gebrekkig, vooral, zo lang als het duurt.
(Mark Strand, uit Dark Harbour)
Gedachtenspinsel.
De schoonheid van een gedicht.
Een gedicht kan de wereld niet veranderen. Het is een puur individuele ervaring, vluchtig, momentaan, zonder invloed en impact op de wereld. Dat maakt poezie bijna per definitie droevig, nostalgisch, berustend op zijn best. Maar tegelijk biedt het troost, vanuit de illusie dat er iets beters moet bestaan, schoonheid, de harmonie van de schepping, een soort van paradijs. Zo lang Orpheus zingt, kortstondig, en daarna gaat alles weer verder.
En ook dat is goed. Nodig zelfs.