Bakker-Korf, “Onder de palmen”, 1880 |
Ik ken zo wat mensen,
Die hebben alles op de rit,
Alles op een rijtje,
Weten altijd hoe het zit.
Ze weten meteen hoe die is en die,
Als je eventjes maar met ze praat,
Ze weten wie achting verdient en wie niet,
Ze weten wie goed zijn of kwaad.
Ze weten ook veel, van alles en nog wat,
Eigenlijk alles, over alles wat er is,
Zo zeker, en zo zonder twijfel,
En dat ik mij altijd vergis.
Soms denk ik, heel even,
Was ik ook maar als hen,
Maar gelukkig denk ik snel dan,
Laat ik maar blijven wie ik ben.