Sargent, “Nonchaloir”, 1911 |
Ik zag een televisieprogramma over D-Day, met Philip Freriks. Soldaten die bij duizenden het strand op gestuurd werden terwijl het mitrailleurvuur langs alle kanten op hen af kwam. Van de eerste lichtingen sneuvelde meer als negentig procent, op sommige stranden. Daar krijg je tegenwoordig niemand meer toe bewogen. Het existentialisme heeft zijn werk wel gedaan.
Bij de verhalen over D-Day moet ik altijd denken aan J.D. Salinger, die op Utah-Beach werd gedropt en overleefde. En dan denk ik aan zijn verhalen, “A Perfect Day for Bananafish”, het mooiste verhaal ooit, waarin zonder het te zeggen een uniek beeld wordt gegeven van de verdrukte trauma’s. Ik word weer een beetje verdrietig als ik eraan denk, alsof ik het herken, maar bijna was vergeten.
Ik heb Salinger diep van binnen altijd herkend. Toen ik zestien was las ik “The Catcher in the Rye”. Ook Holden Caulfield was zestien. We voelden beide eenzelfde weerspannigheid en aversie tegen compromissen, die later noodzakelijk zullen blijken. “Ik zeg altijd 'Leuk u te ontmoeten' tegen mensen, terwijl ik dat helemaal niet leuk vind” zei Holden, “Maar als je wilt overleven moet je dat soort dingen wel zeggen”. Ik voel het nog steeds hetzelfde. En nog altijd zeg ik “Leuk u te ontmoeten, aangenaam kennis te maken”. Ik kan niet anders.