Berthe Morisot, “Femme et enfant au balcon”, 1872 |
De lente liet zo lang op zich wachten datti al bijna voorbij is. En toch is het weer groen geworden. Vandaag schijnt de zon. Terwijl ik met mijn vrouw in rustige tred een wandelingetje maak komt ons van rechtsachter een meisje voorbij huppelen, zingend in zichzelf. Even draait ze zich om en roept hallo. Ze is een jaar om zes-zeven, ik weet niet wie het is. Wat is er mooier dan een vrolijk meisje dat je in een voorjaarszonnetje zingend voorbij komt huppelen. Het is niet dat ze haast heeft, of iets lijkt te moeten, maar vooral omdat er zoveel levenslust van uitstraalt, zoveel energie. Ze geeft een rood jasje aan en strikjes in het haar. Ik voel mezelf lopen, in rustige, logge tred. En ineens dringt het voortschrijden der jaren volledig tot me door. Altijd wordt het weer lente, ook al is het wat ongemerkt soms. Altijd wordt het weer lente. Altijd wordt het weer herfst.