Labels

zondag 5 mei 2019

Dick Ket, “Stilleven met viool en witte vaas“


Dick Ket, Stilleven met viool en witte vaas, , 80,1 x 61 cm,
Centraal Museum Utrecht


Kunstschilder Dick Ket leed aan een ernstige hartziekte, waarschijnlijk Fallot-tetralogie, waardoor hij vanaf eind jaren twintig gekluisterd was aan zijn huis in Bennekom. Allengs ontwikkelde hij ook nog Agorafobie, waardoor hij op een gegeven moment helemaal de deur niet meer uitkwam. In deze besloten wereld schilderde hij vanaf 1930, tot aan zijn dood tien jaar later, vrijwel uitsluitend nog stillevens en portretten, vooral zelfportretten.

Ket geloofde in twee tegengestelde werelden die elkaar in balans hielden, de wereld van het “zijn” tegenover die van het “niet-zijn”. In alle verschijnselen, dingen en feiten zag Ket de strijd en verhouding tussen het materiële en geestelijke deel van het leven. Zijn koele, objectieve benadering staat in dienst van het idee dat ook aan dode voorwerpen in bezieling toegedicht kan worden. 

In een brief uit 1932 aan zijn verloofde Nel Schilt schreef hij:
"…dat er meer is tussen Hemel en Aarde, ik denk hieraan zo dikwijls als ik stilleven schilder. Juist in deze dode dingen voel ik de aanwezigheid van het alomvertegenwoordige en ik betrap me erop, dat ik met liefde over deze dode voorwerpen kan denken en ze behandelen"
In Stilleven met viool en witte vaas wordt duidelijk dat het Ket niet zozeer gaat om een realistische weergave van de diverse voorwerpen, maar door een aantal perspectivistische vertekeningen en de streng geometrische ordening, creëert hij een illusionair karakter. Bij nadere beschouwing blijken de diverse objecten niet vanuit één punt gezien. Zo zijn de opening en de voet van de vaas ongeveer in vogelvlucht getekend, net als de boeken en paperassen op tafel, maar het is onlogisch dat we ook nog zoveel van de zijkant van de vaas zien. Het werk doet denken aan de abstracte collagewerken van het Parijse clubje Picasso, Gris en Braque in de periode kort voor de Eerste Wereldoorlog, hoewel het twijfelachtig is of Ket hun werken ooit heeft gezien. Maar ja, vanuit een klein huisje in Bennekom verover je de wereld niet. Maar dat kan ook niet zijn bedoeling zijn geweest, zeker niet als je de straat al niet op durft.

Zelfportret, 1932, Boijmans Van Beuningen.
Duidelijk zichtbaar is de “Voussure cardiaque”, waarbij de ribben
als het ware naar voren worden gedrukt door het hart.
Ook zien we perspectivistische vervorming.