Ik bekijk de foto’s van Heinrich Kühn, gemaakt zo rond 1910. Ik schreef er gisteren al over. Ze hebben een zeldzame poetische sensibiliteit, die snel pakt. Volgens Claude Monet was “vangen en vastleggen” het ultieme beginsel van het impressionisme. Vasthouden, vergankelijkheid. Ik denk aan de twee portretten die Monet maakte van zijn 24 jaar jongere model en vanaf 1882 tweede vrouw Susanne Hoschedé: “Vrouw met parasol geraaid naar links” en “Vrouw met parasol gedraaid naar rechts”, beide uit 1886. Voor wat het waard is. Nergens kan ik iets vinden over de relatie tussen Kühn en Monet. De bewuste beperking van hun kleurenpalet. Een goede reden om hun werken hier een keertje samen te presenteren. Of wil ik toch vooral weer de foto’s van Kühn laten zien? Die parasolletjes van Monet beginnen een beetje cliché te voelen, met de tijd.
Hoewel...