Labels

zaterdag 31 maart 2018

Discipline


Jacob Maris: “Stadsgezicht”, 1885-1887
      Uit een nooit voltooid boek:

    "Ik ben voor klassikaal onderwijs en een strakke discipline. Als we de kinderen al niet leren hoe te luisteren, dan wordt het een zootje. We kunnen de hele handel niet zomaar aan de mensen overlaten. Het zij zo. En natuurlijk, ook ik zou het graag anders willen. Ik heb zelfs tij den gedacht dat het anders kán..., maar met het verstrijken der jaren heb ik het vertrouwen verloren. Orde komt niet uit zich zelve. Orde moet je leren. Daar hebben we het onderwijs voor. We moeten het eens beter aan gaan pakken. En voor het gedeelte dat intussen al bedorven is, de vandalen, en weet ik wie, die pakken we op, deporteren, naar de Goelag. Weg ermee! Daar moeten we gewoon vanaf. Schoon schip durven maken".

    "Nounou", zegt mevrouw Bertelsen, "U draaft wel wat door, geloof ik".

    Ik draaf behoorlijk door. Zo had ik het ook weer niet bedoeld. Kleine ontsporing. Dat overkomt me zo nu en dan. Eigenlijk probeer  ik alleen maar de aandacht vast te houden. De dames van het gezelschap beginnen een groepje te vormen, en smoezen wat. Lachen wat. Ook Hilde voegt zich bij het groepje.

    Maar ik geef me niet gewonnen. Ik drink nog een borrel en doe beter nog mijn best:
    "Lelijke vrouwen hebben ook een recht van leven. Dat heb ik zo niet beslist. Maar als het weer een zondvloed wordt...".
     Wat ontevreden gebrom. Ook de dames luisteren blijkbaar weer.

    Ik ga door: "Schoonheid is essentieel. Op alle punten. Het is het enige wat het leven nog draaglijk maakt. Of liever: het leidt af van het leven, het leidt af van de dood. Is dat niet mooi ge sproken. Proost mensen! Ik lust er nog wel eentje".

    De dames smoezen weer. Maar niet Hilde, zie ik snel.

    "Ik ken nog een sprookje. Van kabouter Prak. Luister.
    Er was eens een kabouter die Prak heette, en kabouter Prak woonde in een land waar ze geen alcohol hadden. Maar dat kaboutertje, jawel, onze kabouter Prak, die gaf er allemaal niks om. Hij zoop, cognac, whisky, wijn, bier, en alles door elkaar, met liters op een dag. En op een dag, natuurlijk, toen was het kabouter Prak ziek. Ik zeg tegen hem: Prakje, wat is dat nou, dit kan toch allemaal niet, jullie leven hier toch in een land waar geen alcohol bestaat. Maar toen, helaas beste mensen, toen was het al te laat. Het kaboutertje Prak was ondertussen overleden".

    Weer smoezen, verbazing vooral bij de dames. De heren lachen, beginnen wat te lallen. Koreman vertelt een mop.