Labels

vrijdag 11 oktober 2019

Voordat de woorden er waren...


Kramskoj, “Portret van een onbekende dame”, 1883

Misschien is dichten woorden vinden voor wat er niet was, voordat die woorden er waren”.

Citaat van Rutger Kopland. Ook Verwey snapte dat, en de Tachtigers. L’art-pour-l’art.

Dichten is spelen met taal. Je begint met een lege pagina, je schrijft wat, streept, wikt, kiest, verwerpt, en na verloop van tijd staat er iets waarvan je zegt: ja, mooi. Er is iets ontstaan vanuit het niets, letterlijk en figuurlijk. Het stroomt vanuit jezelf naar buiten zonder dat je overal grip op houdt, op geleide van de taal. Een volstrekt individueel proces. Niemand had dit zo kunnen bedenken. Schrijven doe je voor een ander, dichten voor jezelf, Kopland tenminste, en ook ik. Omdat het je het zonder jezelf niet kunt snappen. Omdat het de diepte suggereert zonder die te peilen, zonder dat je alles hoeft te snappen. En dat er altijd iets nieuws ontstaat, zonder weg, zonder plan. Uit de diepte, uit het niets. Dat is wat dichten leuk maakt, denk ik. Gevonden wat er eerder niet was, niet voordat het geschreven was.