Labels

vrijdag 4 oktober 2019

Holman Hunt, “The Lady of Shalott”


Holman Hunt, “The Lady of Shalott”, 1886-1905, 189 x 146 cm
Wadsworth Atheneum, Hartford, met assistentie van Arthur Hughes.
Hunt maakte ook nog een kleinere versie, nu in de Manchester Art Gallery.

William Holman Hunt (1827-1910) was een van de oprichters van de Pre-Raphaelite Brotherhood, die rond 1850 aandacht trok met een geheel nieuwe vorm gedetailleerd uitgewerkte schilderijen, vol symboliek, veelal verwerkt in religieuze- of literaire thema’s, zoals bijvoorbeeld naar Arthurlegendes. Later zouden de Prerafaelieten, Rossetti voorop, de esthetische, vaak vrouwelijke schoonheid als leidend principe nemen en gold de sensatie van het moment als peremtoir.

Hunt vond de inspiratie voor zijn late schilderij The Lady of Shalott in het gelijknamige, op de Arthurlegende gebaseerde gedicht van Lord Alfred Tennyson uit 1833. Het verhaalt van een jonge vrouw die door een vloek gevangen wordt gehouden in een toren op een eiland, waar ze de tijd doodt met weven. Het is haar om onbekende reden verboden uit het raam te kijken en de buitenwereld is voor haar slechts zichtbaar in een spiegel. Als echter op een gegeven moment ridder Lancelot zingend voorbij rijdt, wordt ze plots door de liefde bevangen. Ze laat haar weefgetouw in de steek en spoedt zich naar het raam. Wanneer ze vervolgens hoort dat haar spiegel barst weet ze dat de vloek zich zal voltrekken. Ze verlaat de toren en stapt in een boot die naar Camelot vaart, waar de dood haar wacht.

De dichtregels waar Hunt bij aansluit zijn:

Ze liet weefsel en het weefgetouw liggen
Ze liep drie passen over de vloer,
Ze zag de waterbloemen bloeien
Ze zag de helm, ze zag de pluim
Ze keek in de verte naar Camelot
Weg vloog het weefsel en waaide uiteen
De spiegel brak over ganse volle breedte 
"De vloek heeft mij getroffen," snikte
De vrouwe van Shalott.


De symboliek moet gezocht worden in het onvermogen van de mens zich te onderwerpen van regels en plichten, verantwoordelijkheid te nemen, zeker wanneer de liefde in het spel is, of ontluikende seksualiteit. Het menselijk tekort. De verloren onschuld. We kunnen de verleidingen niet weerstaan, als Adam die rechtsachter de appel plukt van de boom. Op de voorgrond zien we de vrouwe van Shalott inmiddels verstrikt in haar weefsels, als in een kolk. De spiegel reflecteert een harmonisch landschap, met de schone ridder Lancelot, die nooit zal worden bereikt. Hij kan enkel aanschouwd worden als weerspiegeling van een droom. Het menselijk onvermogen, als keerzijde van het tekort.

Kunnen we nog wat met dit soort symboliek, in onze huidige tijd? Tja, wie luistert nog, in deze tijd van snelle communicatie. In de twintigste eeuw, toen moderne kunst hoogtij vierde, was het werk van de Prerafaelieten “not done”. Voor een prikkie kon je het kopen. Tegenwoordig mag het weer. Gelukkig. Gewoon omdat het mooi is, omwille van de romantiek die er zo duimendik op ligt. Op een morele boodschap zit niemand meer te wachten, maar toch. Maar het verlangen blijft. En het bezwijken. Het menselijk menselijk onvermogen is nog net zo groot als vroeger. In die zin heeft Hunt nog steeds iets te vertellen, meer wellicht dan de modernisten die hem aflosten. In elk geval aan mij. De circulaire energie die dit werk uitstraalt kan me helemaal overweldigen. Ik blijf een romanticus. Graag sla ik soms een jaar of honderd over, of meer.



 
Tekening van Hunt uit 1857. Al op jonge leeftijd maakte hij diverse tekeningen
en studies naar het thema, waarop hij zijn latere uitwerking baseerde.