Labels

donderdag 24 mei 2018

Twee regels


Theodore Roussel: “The Reading Girl”: 1886-1887


    Het vroege werk van Knut Hamsun zindert van voltage. Twee regels en ik voel me weer bevangen. Het zal onderhand veertig jaar geleden zijn dat ik Mysteriën voor het eerst heb gelezen. En eigenlijk heb ik sindsdien alleen maar gezocht naar vergelijkbare boeken. Maar niet gevonden, niet echt. Ik herlees Mysteriën en voel het bloed weer stromen. Bij sommige boeken voel je dat meteen. Twee zinnen volstaan. De vluchtige beroeringen van de ziel, die vervliegen in het niets en ons slechts dan weer beroeren als de wind opnieuw terugkomt.

    In 1890 al schreef Hamsun over het onbewuste. In het artikel “Van het onbewuste zielsleven” vervat hij reeds Freud’s basistheorieën. Freud ging met de eer lopen. Wat heet geniaal? Op enig moment krijgt iemand ineens de aandacht! Aan het einde van de middeleeuwen werd de boekdrukkunst in Europa op meerdere plaatsen gelijktijdig uitgevonden, onafhankelijk van elkaar. De tijd is er rijp voor, of niet. Ook genieën worden gemaakt.

    Reeds in 1892 schreef hij:
“Wat weet de wereld? Niets! Men went aan een ding, dat accepteert men, dat erkent men, want de leraar heeft dat ook al erkend, alles is puur en alleen veronderstelling. Ja zelfs tijd, ruimte, beweging, materie zijn veronderstellingen. De wereld weet niets, zij accepteert alleen maar…”.

    Hoeveel mensen zullen in 1892 van zulke gedachten hebben gehad. We zullen het nooit weten. Alles vervolgen in de tijd, zoals ook mijn gedachten zullen vervliegen. Wat heb ik te vertellen? Wie luistert? Wie zal ooit nog eens herlezen?