Labels

donderdag 1 februari 2018

Van Gogh, “De oogst”, 1888


    Mulisch deelt in zijn boek “De zaak 40/61” de Nazi’s in drie categorieën in. De eerste categorie is Hitler, in zijn eentje. Die is met niemand te vergelijken. Categorie 2: Himmler, Rosenberg en consorten, mensen die vol geloofden in de Nazi-ideologie en daadwerkelijk ook de opvatting aanhingen dat de joden oorzaak waren van alle kwaad op aarde. En dan categorie 3: de mensen die helemaal niets geloofden, maar trouw de bevelen uitvoerden, netjes hun werk deden en eigenlijk niet eens zoveel kwaad in de zin hadden. Befehl ist Befehl. Gewoon doen wat je gezegd wordt. Luisteren! Dat zijn de gevaarlijkste volgens Mulisch. En daar zijn er heel veel van, altijd en overal. Zo zijn we opgevoed.
    De theorie van Mulisch is niet af. De uiteindelijke vraag is natuurlijk: waarom voeren al die mensen steeds zo gewillig al die orders en bevelen uit, ook die welke door elk zinnig mens bij twee keer denken verworpen zullen moeten worden. Daar kun je een heleboel psychologische redenen bij verzinnen, bijvoorbeeld dat wij mensen waarschijnlijk veel meer genoegen aan andermans leed beleven dan we ooit aan onszelf willen toegegeven, maar uiteindelijk komt het toch allemaal uit op eigenbelang en handhaving. Als de trein eenmaal op gang is heb je als doorsnee burger feitelijk geen keuze meer. Mulisch wijst op de Hollandse meelopers in de oorlog, politiemannen die als de gewoonste zaak van de wereld de Amsterdamse joden afvoerden. Maar wat als je als individuele agent nu eens weigerde? En als je een gezin hebt te onderhouden? Dan zijn de consequenties ineens akelig dichtbij. Dan betrek je het op jezelf en doe je gewoon je ding, stelt verder geen vragen naar hoe of waarom. Je praat het wel weer recht.
    Wat als je als kampbewaker in de Goelag moeilijke vragen had gesteld, opgekomen was voor de uitgemergelde dwangarbeiders. Dan kun je beter maar ook meteen geloven dat al die miljoenen inderdaad ook vijanden van de staat waren. Dat is het mechanisme.

    De psychologie van tirannen is ook een hele interessante in dit kader: wat doet het met een mens als hij van volger tot leider wordt? Enig leider, bovenaan de top. Mulisch stelt Hitler gelijk aan het niets en zegt dat hij daarmee met hem klaar is. Dat lijkt raak, maar ook dit is slechts een deel van het verhaal. 
    Vraag is natuurlijk of Hitler altijd al “het niets” is geweest en als niet: wanneer is hij dat dan geworden? Hij is ook schilder geweest. Toen was hij nog niet “het niets”, maar een iets als u en ik.
    Vraag is wat er met je gebeurt als je geen enkele druk meer voelt tot conformeren. Zelf de norm wordt. God wordt in je eigen koninkrijk.
    Daar ligt de sleutel. Dat is hun lot. Ook dictators verdienen een zeker begrip. “Het niet”en dan punt is te simpel.