Hitchcock, “Overwonnen”, voor 1898 |
Ik had vroeger toen ik klein was een vriendje en zijn vader was bij de CPN. Aan de muur bij dat vriendje thuis hing een portret van Lenin en Stalin. Die fascinatie, dat iemand zo overtuigd en vasthoudend ergens in kon geloven, mijn ouders die het een vreemde man vonden, de bewustwording dat je ook anders tegen de dingen aan kon kijken, dat moet toen al ergens begonnen zijn.
In de jaren 90 overleed die vader van dat vriendje van mij en toen ben ik naar de begrafenis geweest. Het geloof bleek tot het laatst te hebben standgehouden, met veel boosheid, tegen de geest des tijds in. De muur was al gevallen. Het communisme ontmanteld.
Nog steeds zijn er nog mensen die het geloof in iemand als Stalin niet verloochenen. Ik las een boek van een Belg, Ludo Martens, nog niet zo lang geleden overleden. Ongelooflijk! Die vasthoudendheid! Dat zoiets nog bestaat. Het is eigenlijk net als met Noord-Korea. Reactieformatie, Schiet er door me heen: je leven lang geen enkel begrip tonen voor het andere standpunt en dan de anderen met grote felheid datzelfde verwijten.
In mijn adolescentie-tijd las ik zelfs werken van Lenin. Omdat ik meende dat dat moest. Puntje bij paaltje kom ik er blijkbaar toch niet helemaal van los. Ik las weer een biografie van Lenin, ik lees weer een biografie van Stalin, de zoveelste.