Labels

dinsdag 27 februari 2018

Jacques van Looy: “De tuin”


Van Looy, “De tuin”, 1893, 97 x 137 cm, prive collectie

Van Looy studeerde aan de Rijksacademie Amsterdam en begon zijn loopbaan daarmee als kunstschilder. Onder invloed van zijn vriendschap met de Tachtigers begon hij echter ook te schrijven en uiteindelijk bleek hij daarmee meer succes te hebben als met schilderen. Na de eeuwwisseling zou hij dan ook definitief kiezen voor het schrijverschap, dat vanwege het sterk atmosferische en visualiserende karakter wel gekenschetst werd als “schilderen met woorden”.

Exemplarisch voor Van de Looys schilderkunst is “De tuin”. Het toont zijn vrouw Titia in de door henzelf ingezaaide tuin van hun huis in Nieuwer Amstel, welke hij in “De wonderlijke avonturen van Zebedeus” (1901) beschreef als “donkere verbloeiingen van Indische kers die het bolle pad bekropen en de beukenhegge in”. Van Looy maakte het werk kort na een bezoek aan Parijs. Volgens de aantekeningen van Titia schilderde hij het buiten, “en plein air”, en werkte hij het in zes weken uit.

Het kleurenpalet van “De tuin” is voor Hollandse begrippen opvallend licht en fel, zeker in vergelijking met het “grijze” werk van de schilders van de Haagse School, dat toentertijd de boventoon voerde in de Nederlandse schilderkunst. Van Looy vond dan ook eerder inspiratie bij de park- en tuingezichten van Franse impressionisten als Monet en Renoir, die hij net tevoren in Parijs had gezien. De Nederlandse kritiek leek er echter nog niet klaar voor en dat had niet alleen met het kleurgebruik te maken. N
a de eerste expositie van het werk, in 1894 te Arti in Amsterdam, stond in de Rotterdamse Courant te lezen: “Van een ‘schilderij’ kan moeilijk sprake zijn, een schilderij dat iets in zich zelf compleets veronderstelt. Van der Looy kon zijn doek nog wel eens net zo lang hebben genomen en er is geen reden waarom hij zich niet met de helft zou hebben kunnen generen. Het is een brok, plompverloren uit de natuur gesneden”.

Van Looys werk valt inderdaad op door de abrupte afsnijdingen, aan alle kanten, alsof hij een foto heeft gemaakt van een willekeurig stuk van zijn tuin. De bloemenweelde vult nagenoeg het gehele doek, waarmee de woekereigenschap van de oost-indische kers wordt geaccentueerd, een symboliek die slechts weinigen zagen.

In weerwil van de negatieve kritieken schreef collega-schilder Isaac Israëls de maker op 21 oktober 1894 een lovende brief: “Mag ik je wel een compliment maken voor je grote schilderij in Arti. Het doet het er prachtig en ik vind het verre weg het mooiste ding dat ik van je ken. Het is het beste schilderij dat er is, dus er is geen kwestie van of jij had de medaille moeten hebben”.

In aanvulling op Israëls brief kan meer dan honderd jaar later gesteld worden dat “De tuin” een der mooiste werken is die het Hollands impressionisme heeft voortgebracht. Jammer toch dat Van Looy enkele jaren later al afscheid nam van het penseel.