A.J. Groenewegen, “Gezicht op Delft”, zj. |
De weiden vaal en leeg,
Als vroeger voel ik
kind,
De vochte verte heel dichtbij,
Die telkens weer de hoop hervindt,
Het vijle ijs,
de verre molen,
De vele bosjes in de wind,
Het wachten op de vadse koeien,
De zon die vaak het leven bindt,
Houd ik stil,
een klein momentje,
Tot ik weer de wolken vind,
Kan ik regen niet voorspellen,
Alleen
de angst van vroeger
voel ik kind.