Aldo Balding (1960) is een Amerikaanse figuratieve kunstschilder die altijd sterk een narratief element verwerkt in zijn werk. Er zit altijd een verhaal achter, dat je zelf mag bedenken. Mij staat dat wel aan. Uiteindelijk is dat ook wat we doen als we op het terras zitten, of gaan uit eten. Mensen kijken, je afvragen wat ze doen, of ze wel gelukkig zijn. Iedereen heeft zo zijn verhaal.
Ik zie mezelf lopen in zijn portretten. Als jongeman, jonger steeds dan ik nu ben, na beslissende momenten in mijn leven. Als je ouder wordt ga je die momenten scherper zien. Het moment waarop er nog een keuze was. Die momenten herinner ik me bij het zien van Baldings werk. Het zijn de momenten van weemoed, om het leven dat er niet is gekomen.
Balding zei ooit dat hij mannen in pakken interessanter vond om te schilderen dan mannen in casual wear. Ik vond dat wel iets om over na te denken. Lang ben ik naar mijn werk gegaan in colbert en blouse. Netjes gekleed, dat hoorde toen bij mijn werk. Tegenwoordig laat ik het colbert uit en draag ik vaak een trui, ook omdat er gelucht moet worden.
Misschien is het een extra laag waar je doorheen moet dringen. Voor vrouwen in modieuze of avondkleding geldt iets vergelijkbaars denk ik. Een soort façade. Maar intrigeren doet het wel. Misschien is het zelfs het hele idee van schoonheid. Van zelfverzekerdheid, die eigenlijk iets verhuld. Misschien is dat wat een mens interessant maakt. Misschien, misschien.
Ben ik minder interessant geworden? Ik ben sowieso ouder geworden. Of dat samenvalt weet ik nog niet, daar moet ik even over nadenken. Vanaf een bepaald moment in je leven hoef je eigenlijk niet zoveel meer, ben je waar je bent, raakt de blik meer naar achteren dan naar voren. Naar de beslissende momenten dus. Maar ook daar zijn mooie portretten van te maken.