Georg Friedrich Kersting, “Voor de spiegel”, 1827 |
Een onbestemd moment,
Langs de oevers van mijn zijn,
Zucht het alles langs mij heen,
Langs de randen van mijn pijn,
Lijkt het zoveel beter,
Heeft het alle schijn,
Kan ik toch maar beter,
Met een glaasje rode wijn,
Zorgen dat ik even
In vergetelheid verdwijn,
Met een glaasje rode wijn,
Afijn,
Afijn.