Edvard Munch, “Weide met bloemen te Veierland”, 1887 |
Aan de rand van de sloot,
Neergezeten,
Neergestreken,
Aan de rand van de sloot,
Bij de weide en het bos,
Zo ontzettend lang geleden,
Zo tevreden,
Als we leken,
Laat de rand van mijn gedachten,
Mij geen ogenblik meer los,
Meer dan een halve eeuw gestreden,
Lijf en leden,
Voor een leven,
Verzonnen uit het toeval,
En daarom altijd weer de klos,
Aan de rand van de sloot,
Bij de weide en het bos,
Omdat ik weet van het verleden,
Laat mij de toekomst niet meer los.