Robert Capa, Strand van Deauville, augustus 1951 |
Er was een leven vóór mijn leven. Ik had een leven vóór mijn leven, en kort na begin. De jaren vijftig en zestig voelen als een herinnering. De foto’s van mijn ouders, met de fiets op vakantie. De foto’s uit mijn kindertijd. De kleurtinten van een twintigtal jaren. Het voelt als een ander leven, ik kijk er van afstand op terug. Ik voel van binnen dat ik erbij was, maar mijn ik was een ander. De tijd een andere. Hamonterwater. Audrey Hepburn, Que Sera.
Er is altijd een tijd die vooraf gaat aan het heden. Soms kort geleden, ook al lijkt het al ver, in een ander tijdperk. Het is nog geen drie maanden geleden dat ik op het stand zat van Deauville. Met de fameuze brede plankenpromenade. Het lijkt een eeuwigheid geleden. Corona doet iets met ons tijdsbesef. Een metamorfose van het leven. Alles is anders. Lijkt anders. Leek anders. Meer en meer begin ik me de vraag te stellen of het ooit weer hetzelfde zal worden.
Andere tijd. Ze zouden net nog kunnen leven, die mooie dames.
We gaan het zien allemaal.