Labels

vrijdag 6 november 2020

Gezichten van Klimt

 
Emilie Flöge, Gustav Klimt, Therese Flöge, Emma Bacher, Rudolf Schuh and Paul Bach, Litzlberg Attersee, 1904 

Gustave Klimt is gekend om zijn decoratieve portretten, iconisch stralend.vaak letterlijk glinsterend van het bladgoud. Een hele andere uitstraling hebben zijn landschappen, een vijftigtal, ongeveer een kwart van zijn oeuvre. Hij schilderde ze vrijwel allemaal aan de Attersee, waar hij meer dan vijftien jaar lang de zomers doorbracht met de familie Flöge, goed bereikbaar per trein. De foto’s zijn bewaard gebleven. Ze doen denken aan de Habsburgse keizers, Sisi, de Romanovs, iets verder weg. Met zijn statige vrouwen in lange gewaden over het stillen water.

Klimts landschappen ademen zwaarmoedigheid en eenzaamheid uit. Hij laat de bloeiende schoonheid zien van tuinen, bloemen en vruchten, zich verdichtend tot een bont tweedimensionaal kleurengordijn. Het zijn vlakke decoratieve patronen die de kijker buitensluiten. Er is nauwelijks menselijke activiteit te zien, hemel en wolken worden amper geschilderd, maar de aandacht wordt vooral getrokken door een statische weergave van langzaam groeiende natuurelementen, waarin het weer noch de lichtinval noemenswaardige verandering veroorzaakt.

Een mens heeft vele gezichten, ook Klimt. Waar hij in Wenen de excentrieke geniale kunstenaar is, zeggen zijn Attersee landschappen iets over zijn vermeende kleinburgerlijkheid. Ze vonden naar eigen zeggen hun motivatie in het alledaagse en een behoefte een regelmatige bezigheid tijdens deze verblijven. Daarenboven zijn ze een spiegel van zijn eigen innerlijk, een beschouwing die niets te maken heeft met vooropgezette ideeën, zoals de Secession die predikte. Daarmee was het ook een contrastvorm in zijn eigen denken.

Ik vraag me af welke kan me het meeste trekt. Beide zijn geniaal, uitzonderlijk, prachtig. Ook ik heb vele gezichten. Ik herken ze bij Klimt, ook in zijn landschappen.
Een paar voorbeelden, voor mijn broodnodige rust: