Botticelli, “Portret van een jonge vrouw”, 1480-1485 |
De kunst van verliezen is niet moeilijk om te leren;
zoveel dingen zijn zo vol van de bedoeling
verloren te gaan, dat hun verlies niet echt kan deren.
Verlies iets elke dag; accepteer het irriteren
van de sleutels weer verloren, en de slecht bestede tijd.
De kunst van verliezen is niet moeilijk om te leren.
En oefen dan verder, verlies nog sneller, tal van keren:
plaatsen, en namen, en waar het ook was dat je heen
had willen reizen; het kan je nauwlijks nog deren.
Ik verloor mijn moeders klokje. En kijk? Ik zou toch zweren
mijn een-na-laatste huis, eens geliefd, staat niet meer daar.
De kunst van verliezen is niet moeilijk om te leren.
Ik verloor twee steden, geliefde plaatsen, blauwe meren,,
wat domeinen ooit bezeten, twee rivieren, vaste land.
Ik mis ze, maar weet de wanhoop wel te weren.
- Zelfs jou verliezen (de schalkse stem, het gesticuleren
waar ik zo van hou) ik zal niet liegen, het spreekt vanzelf.
De kunst van verliezen is nooit te moeilijk om te leren,
ook al lijkt het (schrijf het op!) soms maar moeilijk te hanteren.
(Elizabeth Bishop, “One Art”, 1976, eigen vertaling)